van God. Zij verboden de apostelen zelfs te spreken in de Naam van Degene Die hun Redder is! Zat er overspel in dit alles? Jazeker! Want de apostelen spraken uit Psalm 2, geleid door heilige geest. Daarin lees je, dat de natiën samenspannen met Israël, dat als volk meewerkte. Deze eenheid in bedoelen tussen heidense macht en Gods eerder gescheiden volk – maar dat nu opnieuw het hof gemaakt werd als bruid voor een nieuw huwelijk – was feitelijk een samenzwering tegen Degene aan Wie zij rechtens toebehoorde. Zij had meer oog voor de vreemde dan voor haar ware Geliefde. Heel wat geloofden; de rest was verschrikt en beangst. Het Sanhedrin hoorde minstens drie keer evangelie (Handelingen 4:9-12; 5:29-32; 6:12-7:60); twee keer voorafgegaan werd die door een aan het volk gerichte boodschap (Handelingen 2:14-36; 3:12-26). Het ergste wat zo ongeveer over deze gelovigen gezegd kon worden was, dat zij de neiging hadden hetgeen zij onderwezen kregen –de gewoontes die Mozes hen overleverde–, te veranderen. Hand.6:14 De Joden waren meer bezig met ‘kanaal-van-zegen-zijn’ dan met de Bron van de zegen. Meer betrokken bij instrumenten, dan bij de Werker. Mozes had over een grote Profeet gesproken. De Joden luisterden naar Mozes wanneer het voor hen zelf vleiend was, of wanneer het hen uitkwam. Liever dan hun gewoontes op te geven, stapelden zij moord op moord. Zij zeiden ook tegen de Heer dat Zijn discipelen, de 42
37 Online Touch Home