37

tradities van de ouden overtraden. Matt.15:2-6 Ze maalden er niet om dat zij door de tradities het woord van God krachteloos maakten. De tijd verstrijkt, Stefanus wordt gearresteerd. De heerlijkheid van God straalde van het gezicht van Stefanus af, net als dat van de Heer zelf, destijds. Matt.17:2; 2Cor.4:6 De richters van het Sanhedrin hadden een groter zelfbewustzijn dan Godsbewustzijn en veroordeelden Stefanus. In hoofdstuk 8 zien we de Ethiopische proseliet, een zoon van Cham, die de Messiaanse boodschap te horen krijgt. Zo ook in hoofdstuk 10 bij Cornelius. Dat is een zoon van Jafeth en hij wordt geconfronteerd met het evangelie van het koninkrijk. Hij was een toegewijd en God-vererend man; iemand die Jahweh vereerde. Hij had echter geen sociale status bij de Joden. Een Jood mocht niet het huis van een proseliet binnengaan, net zo min als bij een pure heiden. Cornelius was ondergeschikt aan de Joden. Die moesten bij hem komen om hem speciale zegen te brengen. Hij was gereinigd zoals bleek in het visioen aan Petrus. En dat hij door God aanvaard was, was op basis van goede werken en vrees, zoals ook in Mattheüs 25:34 staat. Wij zijn door God aanvaard zonder werken. Rom.11:6; Ef.2:8-9 Destijds namen vrees voor God en rechtvaardige werken, de plaats van de wet van Mozes in, als het gaat om de Godvrezende Joden en heidenen. De zegen voor Cornelius hing af van het vestigen van het koninkrijk van God op aarde. 43

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication