Navolgers van Paulus Filippenzen 3 20 Want ons burgerschap is in de hemelen, van waaruit wij ook de Redder verwachten, de Heer Jezus Christus … De zin vangt aan met het woord want. Daarmee wijst Paulus op het voorgaande waarin hij zijn lezers oproept hem te volgen en anderen die zo wandelen als hij (:17). Ook elders vinden we deze aansporing (1 Kor.4:16) en voegt hij er aan toe: zoals ook in van Christus (1 Kor.11:1). Er waren in de ecclesia van Filippi, net zoals bijvoorbeeld onder de Galaten, leraren gekomen die predikten dat de gelovigen uit de natiën zich ook moesten laten besnijden en andere Joodse gebruiken onderhouden. Paulus noemt dit: de natiën dwingen zich te verjoodsen (letterlijk: Judaïseren), Galaten 2:14. Niet aardsgezind Paulus noemt deze leraren: vijanden van het kruis van Christus (:18). Omdat het kruis symboliseert dat alles is volbracht en zij, door de natiën te prediken bepaalde gebruiken te onderhouden, aangaven dat er nog iets aan het werk van Christus kon worden toegevoegd. “Hun god is de buik en hun heerlijkheid is in hun schaamte”, voegt Paulus er aan toe, respectievelijk verwijzingen naar koosjer eten en de besnijdenis. Zij zijn aardsgezind (:19). Volgt hen niet na, maar volg mij na en anderen die ook zo wandelen (:18). Want ons burgerschap is in de hemelen. Zij zijn aardsgezind, maar wij zijn burgers van een hemels Koninkrijk. In deze wereld zijn wij ambassadeurs van Christus (2 Kor.5:20), niet behorend tot deze wereld, maar van Hem. Getrokken uit de macht van de duisternis 17
19 Online Touch Home