onderpand van de geest. Wij zijn verzegeld met de heilige geest van de belofte (Ef.1:13). We hebben het waarborg en de zekerheid ontvangen dat God deze dingen gaat vervullen. 2 Korinthe 5 6 Wij hebben altijd moed, ook al weten wij, dat, terwijl wij thuis zijn in het lichaam, wij buitenshuis zijn ten opzichte van de Heer. 7 Want wij wandelen door geloof, niet door waarneming. Thuis? Dit aardse lichaam is, hoewel tijdelijk, nu nog ons thuis. Zo lang wij nog in dit lichaam zijn, zijn we niet samen met de Heer (1 Thess.4:17). Toch hebben wij goede moed, want wij hebben Gods geest als onderpand ontvangen en mogen daardoor weten dat dit slechts een korte tijd is (2 Kor.4:17). Nu wandelen wij dan ook door geloof, in vertrouwen dat Hij Zijn beloften vervuld. Maar straks zullen we dat geloof verwisselen voor aanschouwen en bij de wegrukking in een ondeelbaar ogenblik Hem zien en Hem ontmoeten (1 Kor.15:51-52; 1 Thess.4:17). 2 Korinthe 5 8 Wij hebben echter moed en wij hebben welbehagen om veeleer buitenshuis te zijn uit het lichaam en bij de Heer thuis te zijn. 9 Daarom ook stellen wij er een eer in, hetzij thuis, hetzij buitenshuis, Hem welgevallig te zijn. Wandel Paulus zag er veeleer (>veel meer, liever) naar uit om bij de Heer thuis te zijn en dus niet meer in dit lichaam. Maar hoe dan ook, Paulus stelde er een eer in om de Heer waardig te wandelen (Kol.1:10; 1 Thess.2:12). Want hoewel dit lichaam tijdelijk is en dit 23
25 Online Touch Home