28

1 Thess.2:19). Daaruit blijkt dat God het werk beloond wat Hijzelf door Paulus gedaan heeft. Blijkbaar zal daar zichtbaar zijn hoe God ons gebruikt heeft om anderen met het evangelie te bereiken. Uit hoe Paulus het zegt, blijkt dat bij de bēma, de Filippenzen en Thessalonicenzen zullen fungeren als zijn erekrans. Zouden zij daar wellicht letterlijk in een kring om hem heen staan? Hoe dan ook: zij zullen voor Paulus een blijvende herinnering zijn aan zijn arbeid in de Heer (1 Kor.15:58). Wij zullen na de wegrukking, daar bij de bēma, met alle gelovigen voor het podium van Christus verschijnen en lof van Hem ontvangen. Dat wordt nog eens een geweldige samenkomst! 6. Samen-lot-bezitters van Christus Romeinen 8 is een lang hoofdstuk waarin onder andere wordt gesproken over ons leven op aarde tegenover de geweldige hemelse toekomst die wij hebben (Rom.8:18). Wij hebben nu nog een vernederd en vergankelijk lichaam, maar ons lichaam zal verlost worden en wij zullen veranderd worden en een nieuw lichaam ontvangen (Rom.8:23; Fil.3:20-21). De geest van de zoonstelling We zagen eerder al dat als garantie hiervan, God ons Zijn geest heeft gegeven (Ef.1:13) en dat is ook waar Romeinen 8 van spreekt. We leven weliswaar in het vlees en in een sterfelijk lichaam, maar dat is slechts tijdelijk (Rom.8:11). In dit lichaam zijn we “op reis” naar onze bestemming: onze roeping is dat wij zullen worden aangesteld als zonen van God. Een zoon is een erfgenaam, of beter gezegd: een lot(sdeel)-bezitter. De roeping van de ecclesia is, dat zij als het lichaam van Christus, samen met Hem, deze hele schepping onder één Hoofd gaat samenbrengen (Ef.1:10). 27

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication