61

Onverwachts In 1 Thessalonicenzen 5 zagen we dit bevestigd. Die dag zal immers voor de wereld komen als een dief in de nacht en hen onverwachts overvallen (5:2-3). In zijn inleidende woorden waarmee Paulus deze brief aanvangt, zegt hij iets treffends in dit verband. De Thessalonicenzen waren omgekeerd tot God en hadden de dienst aan afgoden daarmee achter zich gelaten. Zij kenden nu de levende en ware God (1 Thess.1:9) en hadden een toekomstverwachting waarnaar zij reikhalzend uitkeken. 1 Thessalonicenzen 1 10 en uit de hemelen zijn Zoon op te wachten, die Hij uit de doden opwekt, Jezus, die ons uitredt vanuit de toekomende toorn. Vanuit de toekomende toorn Dit vers lijkt op Filippenzen 3:20 dat we al eerder bespraken en waar staat: ... ons burgerschap is in de hemelen, van waaruit wij ook de Redder verwachten, de Heer Jezus Christus. Hij komt om ons te redden. In 1 Thessalonicenzen 1:10 staat ook waarvan Hij ons redt: vanuit de toekomende toorn. Andere handschriften hebben: van(af) de toekomende toorn, maar de oudste handschriften geven hier vanuit. Het lijkt er bij een eerste lezing wat vreemd te staan. De toorn is nog toekomend, maar toch worden we er (van)uit gered. In veiligheid Als we deze Schriftplaatsen naast elkaar leggen en elkaar laten uitleggen, komen we ook in 1 Thessalonicenzen 1:10 tot de conclusie dat de wegrukking een urgente gebeurtenis is, die zal plaatsvinden vlak voor het losbarsten van de toorn. Die toorn is 60

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication