2 Thessalonicenzen 2 2 dat jullie niet snel geschokt worden in jullie denken en ook niet gealarmeerd worden, noch door een geestesuiting, noch door een woord, noch door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van de Heer nú zou bestaan. Onrust Paulus had de Thessalonicenzen onderwezen over de gebeurtenissen rond de parousia van Christus. Maar nu waren zij in opschudding gebracht en was er onrust ontstaan. Er waren namelijk andere leringen tot hen gekomen dan zij van Paulus hadden ontvangen. Blijkbaar was er zelfs een vervalste brief in omloop, die niet van Paulus was, maar waar wel zijn naam onder stond. Nu al in de dag van de Heer? De dwaling die in de valse leringen naar voren komt, is dat men de Thessalonicenzen wilde wijsmaken dat zij nu al leefden in de dag van de Heer. De Thessalonicenzen hadden namelijk met verdrukking te maken (1 Thess.3:4; 2 Thess.1:7). Maar Paulus had in zijn eerdere brief gesteld dat die dag de wereld weliswaar zou overvallen als een dief in de nacht, maar dat voor de gelovigen die leven bij het licht van het woord van God, die dag niet als een verrassing zou komen. Deze dag zal namelijk voorafgegaan worden door een periode van vrede en zekerheid, maar deze schijnvrede zal plotseling worden weggenomen en opgevolgd worden door een periode van verderf (1 Thess.5:2-5). De gelovigen zullen voor die periode van toorn die volgt, worden gered (1 Thess.5:8). Voor hen zal de dag aanbreken en zij zullen worden weggerukt voor de toekomende toorn (1 Thess.1:10). 62
64 Online Touch Home