71

in de Schrift en dus moét Paulus er wel iets speciaals mee bedoelen. Maar de bewering dat het woord slechts één maal voorkomt, is een halve waarheid. Het zelfstandig naamwoord exanastasin (G1815) komt slechts één keer voor, in Filippenzen 3:11, maar het werkwoord dat hiervan afgeleid is, exanistemi (G1817) komt ook drie keer voor in de Schrift. Twee maal vinden we het in een tamelijk eufemistisch gebruik en wordt het vertaald met zaad/nageslacht verwekken (Marc.12:19, Luk.20:28), letterlijk: dat hij uit-zal-doenopstaan zaad voor zijn broer. De derde keer dat het woord voorkomt, vinden we het in: Handelingen 15 (NBG) 5 Maar er stonden uit de partij der Farizeeën enigen op, die gelovig geworden waren, en zeiden, dat men hen moest besnijden en gebieden de wet van Mozes te houden. Letterlijk staat er: uit-opstaande echter enige (…). Ook in dit vers is het volstrekt duidelijk wat er bedoeld wordt. Uit de groep van Farizeeën stonden enigen op, namelijk degenen die gelovig geworden waren. Zij namen het woord, niet als vertegenwoordiging van de hele groep, maar als een deel van de groep. Ze stonden hiermee op uit de groep van Farizeeën. De dag van Christus Paulus opent de Filippenzen brief met te danken voor de gemeenschap in het evangelie van de Filippenzen (1:5). God was in hen een goed werk begonnen en Paulus vertrouwde erop dat Hij dit zou voltooien tot op de dag van Jezus Christus (1:6). Vergelijk 1:10, 2:16. 70

72 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication