23

wat Hij ontwierp tot Zijn verheerlijking en tot zegen van Zijn schepselen. God zet Zijn wil niet door als een kille, heerszuchtige despoot zonder rekening te houden met anderen, want Zijn wezen is liefde. Hij geeft Zichzelf veeleer in hartverwarmende, geduldige volharding om de wil Zijn schepselen voor Zich te winnen. God wil hen door Zijn geest en door het Middelaar-zijn van Christus, in volledige harmonie brengen met Zijn eigen wil. Zijn hart verlangt niet naar gemeenschap met slaven, van wie Hij de wil moest breken om de Zijne aan hen op te leggen. Hij verlangt naar hartelijke harmonie met zonen, die in blijdschap en volledige overgave Zijn wil uitvoeren. Er zijn meer dan zestig teksten in de Griekse Schrift (NT) waarin het woord wil voorkomt. Vijftig daarvan hebben betrekking op de wil van God. De wil van de mens wordt maar zelden genoemd. Het begint met deze: Uw wil geschiede Math.6:10 en eindigt met de lofprijzing: omdat U het al geschapen heeft en door Uw wil waren zij en werden zij geschapen Op.4:11 En kort en bondig: en kent Zijn wil Rom.2:18 Paulus spreekt de Joden aan die de wil van God kennen uit Tenach (OT). Het was dus niet nodig aan te geven, welke wil bedoeld werd. 24

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication