37

in de woestijn konden zij ook niet bedenken. Integendeel, God had hen de meest indrukwekkende periode van hun geschiedenis, tegen hun wil laten ondergaan. Hun aanhoudende ongehoorzaamheid tegen Zijn in de wet geopenbaarde wil bleek telkens. Maar wie zou betwijfelen, dat dit exact in overeenstemming met Zijn bedoeling was? Onze hedendaagse gebeden, verzoeken, zouden eigenlijk meer overeenkomen met God dan indertijd die van de Israëlieten. Want wij mochten ‘achter de voorhang’ kijken. Wij zien niet alleen uiterlijke processen, ook hebben wij enig idee van de uiteindelijke oorzaken, die God alleen precies kent. Had God naar onze mening, de gebeden van de Israëlieten om toegeeflijkheid van Farao tóch moeten verhoren? Hadden zij de context beter begrepen, dan hadden zij vermoedelijk gesmeekt, dat God Farao’s niet zou verharden, omdat dat voor hen al te hard was. Had God dat hart níet verhard, dan was de uittocht uit Egypte een oninteressante, onopgemerkte geschiedenis gebleven. Van het wonderbaarlijke bewijs van de macht en de liefde van God zou niets te vertellen zijn geweest. De wijsheid en macht van Egypte was in de toenmalige wereld overal bekend. Daarom moest die in confrontatie met de wijsheid en macht van God te kijk worden gezet. Deze bijzondere eigenschappen van God kunnen wij alleen (h)erkennen, als wij ondervinden, hoe ver Hij de meest wijze en machtigste van de mensen overtreft. Het is duidelijk, dat God Zijn bedoeling niet openlijk kon onthullen. Hij kon Farao bij de eerste plagen niet gelijk al laten weten, dat Hij zijn ongehoorzaamheid gebruikte als 38

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication