39

Ons onderwerp is nu Gods geopenbaarde wil ten opzichte van Zijn grotendeels verborgen bedoeling. De mens meent -voor zover hij zich bewust is- onafhankelijk te zijn ten opzichte van de wil van God. Bij keuzes of beslissingen denkt hij volkomen onafhankelijk te zijn van welke invloed dan ook. Hij meent dat de uiteindelijke beslissing geheel ligt bij zijn eigen, egocentrische, volkomen zelfstandige zelf. Ofwel: een kleine godheid op zijn eigen troon. Zo liggen deze dingen, menselijk gezien, ten opzichte van de geopenbaarde wil van God. Vanuit het Goddelijk perspectief, als het gaat om het raadsbesluit van Zijn wil, Zijn verborgen bedoeling, heeft de mens geen enkele macht over zijn/haar lot. Net zo min als de mens invloed had op de tijdstip van geboorte, de keuze van de ouders of het geboorteland. De leer van de vrije wil van de mens bevolkt de aarde met een geslacht van nietige en tegelijk meelijwekkende godjes. Wij menen ons verheven te voelen boven het polytheïsme12 van de ‘heidenen’. Terwijl die (nog) niet zo ver zijn, dat zij uit elk mens een godheid maken! Het voorrecht van het hebben van een volkomen vrije, onafhankelijke, onoverwinnelijke wil, is alleen aan God voorbehouden. Zelfs onze Heer Jezus Christus maakte geen aanspraak op zo’n vrije wil. Hij deed niet Zijn eigen wil. Zijn voedsel was het doen van de wil van Hem, Die Hem gezonden had. Joh.4:34; 5:30; 6:38 Deze twee gezichtspunten, aan de ene kant het Goddelijke, anderzijds het menselijke, ontgaat velen. Onduidelijkheid 12 Veelgodendom 40

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication