46

Maar het kostbare bloed van Christus, als van een vlekkeloos en volkomen Lam, had God reeds tevoren, voor de nederwerping van de wereld, gekend 1Petr.1:19,20. In Gods ogen was het Lammetje al geslacht, toen het eerste mensenpaar zondigde. Op.13:8 Hun daad was zonde tegen Zijn geopenbaarde wil, waarvoor zij rekenschap moesten afleggen en bestraft worden. Het was echter niet het missen van het doel met het oog op Gods verborgen bedoeling. God had de gunstig-stemming21 niet alleen voor hun zonden, maar die van de hele wereld voorbestemd, toen Hij de slachting van het Lam voor ogen had 1Joh.2:2 Aan het eerste mensenpaar was maar één enkel gebod gegeven. Het volk Israël ontving op Sinaï een omvangrijke verzameling wetten, bij de in steen uitgehouwen 10 geboden. Over de Jood, die op de wet rust, staat dat hij de wil van God kent Rom.2:17,18. Als het echter Zijn bedoeling geweest was, dat het volk Zijn wet zou houden, dan heeft Hij daarin volledig Zijn doel gemist! Hij had toch moeten weten, waartoe het schepsel van Zijn hand in staat was en wat Hij van hem kon verwachten. Aangezien God echter nooit Zijn doel mist, moet Hij een andere bedoeling met de wet hebben gehad. Paulus drukt dat uit met de woorden: de wet is er echter bij ingekomen, opdat de krenking zou toenemen. Waar echter de zonde toeneemt, overstroomt de genade Rom.5:20 21 Hebreeuws: kaphar is beschermen; het Griekse hilasmos 1Joh.2:2 gunstig-stemming; beiden zijn anders dan verzoenen (katallasso). 47

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication