21

aangaven. De gangbare bijbelvertalingen hebben in plaats van aanzienlijken Gen 6:4 in het algemeen ‘reuzen’ (bij Luther: tyrannen). Het overeenstemmende grondtekstwoord nephilim gebruikten ook de verkenners Num.13:33, om de zonen van Enak (NBG51: Enakieten) te beschrijven. Die onderscheidden zich van anderen door grote gestalte en krijgshaftigheid11. Deze zonen van Enak overtroffen de overige inwoners van het land in lengte en waren aanzienlijke mannen. Er was toen een spreekwoord, dat zelfs de Israëlieten kenden: ‘wie kan voor de zonen van Enak (NBG51, hSV: Enakieten) standhouden?’ Deut. 9:2. De nephilim Gen 6:4 waren eveneens aanzienlijke mannen en onderscheidden zich van alle anderen, hoewel niet per se door hun lichaamslengte. Eerder overtroffen zij alle anderen, omdat zij eerstgeborenen uit de lijn van Seth waren en hun plaats als machtigen via introuwen in Adams directe familie konden veiligstellen. Wij hebben eerder bewijs geleverd, dat het woord uit de grondtekst, nephilim (tyrannen, reuzen, aanzienlijken), kennelijk een passieve vorm van het werkwoord phle, onderscheiden, is. Luther vertaalde ‘iets bijzonders doen’ Ex.8:23 (NBG51: bevrijden, hSV.: verlossing zetten), in Exodus 9:4 en 11:7 met ‘onderscheid maken’ (NBG51: afzonderen, scheiding maken; hSV.: onderscheid maken, 2x): Jahweh maakte onderscheid tussen de Egyptenaren en de Israëlieten. Dit had met lichamelijke grootte niets van doen. Want beide volkeren waren van normale lengte. Dat andere 11 In de NBG51 en hSV worden ook zij ‘reuzen’ genoemd. 22

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication