23

Daarom, evenals door één mens de zonde in de wereld binnenkwam en door de zonde de dood, zo is ook tot in alle mensen de dood doorgedrongen, waarop (Grieks: eph hō) allen zondigen Rom.5:12. De elohim-zonen, of zonen van de onderschikker, waren dus stervelingen, net als alle anderen die in de kroniek van de aartsvader Adam genoemd worden. Gebonden boodschappers De kroniek van Noach begint bij Genesis 6:9 en de goddelijke opdracht voor de bouw van de ark in Genesis 6:14. Naar dit tijdvak verwijst Petrus in zijn eerste brief 1Petr.3:19,20, als hij over de geesten in de gevangenis spreekt, die eertijds weerspannig waren toen het geduld van God in de dagen van Noach bleef afwachten, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht. Dat was meer dan duizend jaar na Adams dood en heeft absoluut niets te maken met de elohimzonen Gen.6:1,4, die door menig uitlegger als gevallen engelen werden bestempeld. Als de geesten in de gevangenis dezelfde zijn als de zondigende engelen, die in de duistere onderaardse kerkers van de Tartarus 2Petr.2:4 zitten of met eeuwige (letterlijk: onwaarneembare) banden in duisternis bewaard worden Judas:6, dan rijst de vraag of zij niet alleen maar tot hun eigen bestraffing gebonden zijn. Maar ook om 24

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication