44

men in plaats daarvan ‘Botenfürst’ (NBG, hSV: aartsengel) en Hirtenfürst (NBG: opperherder) 1Thess.4:16; Judas 9; 1Petr. 5:4. In Hebreeën 7:4 nam Luther destijds het woord van de grondtekst in het Duits over en schreef daarvoor Patriarch, elders vertaalde hij echter ‘Erzvater’ (aartsvader) Hand.2:29; 7:8,9; (Duitse concordante vertaling: ‘Urvater’ (oervader)). Probleem was de juiste vertaling van arch-iereus (hogepriester), dat overeenkomt met het Hebreeuwse shri-qdsh, waarvoor in de Duitse concordante vertaling in Jesaja 43:28 ‘Oberster des Heiligtums’ (overste van het heiligdom) staat; zo ook in 1 Kronieken 24:5 Zo kan voor archiereus heel goed ‘Oberpriester’ (overpriester) als vertaling, net als het archi-telōnès met Oberzöllner (oppertollenaar) is weergegeven. Annas, door de Romeinen benoemd hogepriester Luc. 3:2, speelde ook nog na zijn ongeveer 10-jarige diensttijd een leidende rol. Hij genoot toen nog veel hoger aanzien dan zijn schoonvader Kajafas, die dienstdoend hogepriester was Joh.18:13. Ook in Handelingen 4:6 wordt Annas het eerst genoemd. Hij was het hoofd van de heersende familie van hogepriesters; want ook vijf van zijn zonen oefenden dit hoge ambt uit. In het Sanhedrin waren echter ook vroegere hogepriesterfamilies vertegenwoordigd (allen, die tot een hogepriesterlijk geslacht behoorden). Twee eeuwen eerder waren de leden van de Makkabeeën familie hogepriester in de ware zin van het woord; sommigen van hen hadden het ambt van 45

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication