60

Verder lezen wij: En Ik zet jou in het heilige bergland van Elohim, je bevond je te midden van de vurige stenen… en ombrengen zal jou de cherub van de hut uit het midden van de vurige stenen Ez.28:14-16 Wij kennen Jeruzalem als Gods heilige berg Dan.9:16,20 en het hele heilige bergland Jes.11:9 tussen de zeeën Dan.11:45, dus tussen de Middellandse zee en de dode zee. Israël was de hoge berg Ez. 20:40, die boven de natiën uitstak. Geografisch gezien bevond de eilandstad Tyrus zich in het heilige bergland. Zij had van God een taak ontvangen, net zoals de andere natiën rondom het volk Israël. De overheidsfunctie van de vorst van Tyrus was hem door God gegeven. Hij was het, Die ook dit vorstendom had geschapen om het dan aan deze trotse man over te laten. Deze, door God aan hem gegeven volmacht, werd door de vorst van Tyrus misbruikt; daarom trof hem het goddelijke gericht, dat aan hem werd voltrokken door de ‘cherub van de hut’ Uit het bovenstaande blijkt ten eerste, dat de vorst van Tyrus géén ‘gevallen cherub’ is, en ten tweede dat de cherub nooit ‘de tegenstander’ kan zijn. Als je de tekst van Ezechiël 28 met de bedoeling bekijkt om daar bewijzen voor de ‘val van satan’ te vinden, moet je de tekst geweld aandoen. Als de vorst van Tyrus bij 61

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication