8

in het algemeen aan dit woord toegeschreven betekenis, beslist géén ‘engelen’, maar gewone boodschappers. De enige andere vermeldingen van boodschappers in het nieuwe testament (bij Luther, Duitse editie 1912) vinden wij in 2 Corinthiërs 8:23 (wat onze broeders betreft, die boden van de gemeenten zijn), waar ‘apostelen’ staat. En Efeziërs 6:20 (waarvan ik bode ben in ketens, Luther, Duitse ed. 1912), waar het ‘gezant’ is. Blijkbaar ‘wisten’ de vertalers dat engelen bovenaardse wezens zijn. Daarom hebben zij mensen niet op die manier aangeduid. Als zij het belangrijker gevonden hadden om nauwkeurig en consequent de grondtekst te laten spreken dan deze naar ‘hun weten’ te verklaren, dan zouden veel dingen duidelijk zijn, die nu voor de meesten nog verborgen zijn. En wij zouden van veel schadelijke overleveringen bevrijd zijn. Het zelfstandig naamwoord aggelia is soms correct met boodschap vertaald 1Joh.1:5; 3:11. Over de betekenis daarvan bestaan geen meningsverschillen. Dus is een aggelos een bode of boodschapper. Dat is een bezigheid, geen aard of ‘natuur’. Het grondtekstwoord maakt geen onderscheid tussen bovenaardse en aardse boodschappers. Het heeft net zo goed betrekking op mensen als op hemelse geesten. In mijn jeugd zong ik dikwijls: ‘Was ik maar een engel!’ Deze wens werd snel vervuld toen ik voor mijn ouders en een onderwijzer boodschappen moest doen. Volgens de betekenis kan iedereen een ‘engel’ zijn, je hoeft alleen maar een boodschap over te brengen. Als wij het grondtekstwoord 9

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication