Wat doet het ertoe? De telkens herhaalde verwijzing van Paulus naar zichzelf komt op ons misschien vreemd over. Bij ons doet het er immers weinig toe, wie er spreekt. “Als het maar Bijbels is”, zeggen wij. “Of dominee X of dominee Y voorgaat, doet niet ter zake, als hij zich maar houdt aan het woord van God”. We begrijpen niet waarom Paulus zich zo op de voorgrond stelt. We vinden het zelfs een beetje gênant. Was de apostel misschien zelfingenomen? Beslist niet - Paulus was niet belust of roem of eer voor zichzelf. “Wie roemt, roeme in de Here” hield hij zijn lezers voor (1 Kor. 1:31, 2 Kor. 10:17, Gal. 6:14). Hij leerde hun dat alle eigenroem is uitgesloten (Rom. 3:27, 1 Kor. 1:29, Efe. 2:9). De apostel moet een ander motief hebben gehad om op zichzelf te wijzen. Het gezag van Paulus in de heidengemeenten werd ondermijnd door rondreizende predikers die beweerden dat de apostel geen echte gezant van Christus was. Zou hij er daarom zo op hameren, dat God hem als prediker van het evangelie had aangesteld? Voelde hij zich bedreigd omdat er leugens over zijn persoon werden verspreid? Eerlijk gezegd komt deze uitleg mij even onwaarschijnlijk voor als de gedachte dat de apostel zelfingenomen zou zijn geweest. “Wij vermogen niets tegen de waarheid, maar wel voor de waarheid” merkte hij eens kernachtig op (2 Kor. 13:8). En in een andere brief schreef hij over zijn tegenstanders: “Wat doet het ertoe? In elk geval, hetzij met een bijoogmerk, hetzij in oprechtheid, wordt Christus verkondigd; en daarin verblijd ik mij, en zal ik mij ook verblijden” (Fil. 1:18). Paulus was van Gods almacht overtuigd. Hij wist dat de dingen God onmogelijk uit de hand konden lopen en raakte daarom niet 106
108 Online Touch Home