116

Lasteraars De Here Jezus noemde Zijn discipel Judas een “duivel” (Joh. 6:70). De evangelieschrijver Johannes tekent daarbij aan: “Want die zou Hem overleveren, één van de twaalf” (Joh. 6:71, Telosvertaling). Judas roddelde over Jezus bij mensen uit de kring van het Sanhedrin, en dat zou er uiteindelijk toe leiden dat zijn Meester aan hen werd overgeleverd. In de “laatste dagen” zullen de kerkbanken met “duivels” zijn gevuld! Want in zijn laatste brief schreef Paulus: “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen, want de mensen zullen… lasteraars zijn… die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben” (2 Timotheüs 3:1-5). Voor “lasteraars” staat in 2 Tim.3:3: diaboloi. Het verlangen om anderen te beschuldigen en om voorgangers in opspraak te brengen, is een kenmerk van de christelijke gemeente in de laatste dagen. Aanklagers Wanneer gemeenteleden over anderen praten, hun fouten en tekortkomingen breed uitmeten en hen bekritiseren, begeven ze zich op gevaarlijk terrein. Ze doen dan het werk van de duivel, die de “aanklager van de broeders” is (Openb.12:10). In deze zin kunnen christenen wel degelijk “duivels” zijn. Ieder mens gedraagt zich op bepaalde momenten als een duivel. Maar roddel, kwaadsprekerij en onbeheerste woede zijn beslist niet onschuldig. Als het woord diabolos in Bijbelvertalingen consequent als “duivel” was weergegeven, zouden Bijbellezers de ernst van de situatie beter inzien. 115

117 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication