14

In deze tekst wordt tweemaal over het geloof van Christus gesproken (het geloof dat Jezus bezit) en éénmaal over het geloof in Christus (ons geloof in de Messias, het geloof waartoe wij op een bepaald moment zijn gekomen). Aan dit onderscheid dat Gods Geest in de oorspronkelijke tekst heeft gemaakt, moeten we vasthouden. Dan ontvangen we heilszekerheid. Uit geloof tot geloof Uit het tekstverband blijkt dat Paulus met de uitdrukking “uit geloof tot geloof” heeft bedoeld: uit het geloof van Jezus (bron) tot het geloof van ons (ontvangers). Zo staat het ook in Rom. 3:22: “door het geloof van Jezus Christus voor allen die geloven”. De gerechtigheid Gods, die aan het geloof van Jezus ontspruit, valt ten deel aan allen die geloven. Het is boeiend om na te gaan, bij welke gelegenheden er over het geloof van Jezus wordt gesproken. Naast de genoemde drie Bijbelteksten (Rom. 3:22,26; Gal. 2:16; Fil. 3:9) zijn er nog twee andere. Allereerst Gal. 2:20, waar Paulus uitroept: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”. Tenslotte komt de uitdrukking nog voor in Gal. 3:22, waar we lezen: “Maar de Schrift heeft alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden” (Statenvertaling). Door de term “geloof van Christus” te gebruiken, geeft de Bijbel zevenmaal aan wat de vaste grond is waarop ons behoud rust: [1] Zondaren worden bekleed met Gods gerechtigheid door het 13

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication