156

Samenvatting 1. Aan zijn leerling Titus schreef Paulus dat het leven van mensen verandert door Gods genade. Niet doordat hun Gods wet wordt opgelegd. 2. Over die genade zegt Paulus dat hij is “verschenen”. Gods genade werd zichtbaar toen Jezus Zich voor ons “gaf” door Zich te laten kruisigen. Op dát moment verscheen Zijn genade en vanaf dat ogenblik is die van kracht. 3. Gods genade brengt redding (of bevrijding) aan alle mensen. Voor ieder mens afzonderlijk gebeurt dat wanneer hij of zij Gods genade leert kennen. 4. Wie Gods genade hebben ontdekt worden door die genade “onderwezen”, dat wil zeggen: “opgevoed” en “getraind”, als kinderen op de weg naar volwassenheid. 5. Genade heeft volgens Paulus drie uitwerkingen: ze leert ons dingen af, ze leert ons dingen aan en ze geeft ons hoop. 6. Genade bewerkt dat we het leven zonder God en de bezigheden van mensen die zonder Hem leven steeds minder aantrekkelijk vinden. 7. God geeft ons er een leven met Hem en andere bezigheden voor in de plaats. We leren Zijn bedoelingen kennen zodat we op een verstandige manier kunnen omgaan met wat Hij geschapen heeft. 8. Jezus Christus, onze Heer, bevrijdt ons uit de slavernij van kwade begeerten. Hij is het willig slachtoffer van onze wetteloosheid geworden, om ons van alle wetteloosheid te kunnen verlossen. Zijn genade bewerkt dat wij in 155

157 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication