Streeft u naar maatschappelijk aanzien, en naar gezaghebbend spreken van uw kerk over politieke kwesties? Dan probeert u “wijs te zijn in deze eeuw”. Uw ijver is dan “dwaasheid voor God” (1 Kor. 3:18-19). De kern Vers 9 is de kern van Paulus’ betoog. In dat vers staat: “Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij”. Wie zó over gemeentewerk denkt, is op de juiste manier bezig. Gód is aan het bouwen, alle groei is van Hém afkomstig. Mensen zijn medearbeiders, maar die presteren niets – wat zij bijdragen is hun door God geschonken (1 Kor. 3:6-7). Gods akker of gebouw is niet een instituut of een vereniging, het zijn de gelovigen die samen de gemeente vormen. De Here bouwt geen monumentale panden, Hij roept geen organisaties in het leven, Hij laat geen kerkgenootschappen groeien. Hij roept ménsen, zondert die van de wereld af, voegt hen tot één Lichaam samen en vormt hen om tot Zijn beeld. Wie zich op dát doel richt, werkt met Hem mee en bouwt met goud. Wie een ander oogmerk heeft, zal zijn werk in vlammen zien opgaan. Een Vlaamse christen zei eens tegen mij: “Of de gemeente waartoe je behoort, zich houdt aan de Schrift, ontdek je pas wanneer je je vertrek aankondigt”. Toen ik vroeg of hij dat kon uitleggen, antwoordde hij: “Als men in de volgende samenkomst voor je bidt, aan God vraagt of je elders tot zegen mag zijn en je op je weg verder helpt – dan is alles in orde. Maar in de meeste gevallen zal men je overladen met verwijten. Men zal je onder druk zetten om van je voornemen af te zien. Vleselijke christenen gaan ervan uit dat de leden niet aan Christus toebehoren, maar aan hén”. Wat deze Vlaming opmerkte, had 34
36 Online Touch Home