85

Het tekstverband Uit het tekstverband blijkt, dat Paulus zich in een Romeinse gevangenis bevond (Fil. 1:12-13, 4:22). Tijdens zijn afwezigheid was er in de door hem gestichte gemeenten verwarring ontstaan. Er waren mensen die Christus predikten zoals Paulus dat graag zag: uit liefde en met goede bedoelingen. Maar velen predikten Christus “uit nijd en twist”, “uit eigenbelang, onzuiver”, met de bedoeling om Paulus’ gevangenschap extra zwaar te maken (Fil. 1:15-17). De vertaling van het NBG uit 1951 zegt in vers 17: “uit eigenbelang”, maar in de oorspronkelijke tekst wordt er gesproken over rivaliteit of partijzucht. Sommige mensen verkondigden wel de waarheid dat Jezus de Messias is, maar hun prediking was toch niet in overeenstemming met “het geloof van het evangelie”. Want Paulus schreef dat de gemeenteleden moesten “meestrijden voor het geloof van het evangelie, zonder zich in enig opzicht door de tegenstanders te laten beangstigen” (Fil. 1:27-28). Over die “tegenstanders” zei hij later: “Let op” [= Kijk uit voor] “de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis! Want wij zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen” (Fil. 3:2-3). In Fil.3:17-19 roept Paulus zijn lezers op om het voorbeeld van hem en zijn medewerkers na te volgen, en niet het voorbeeld van de “vijanden van het kruis”. Tenslotte roept hij hen op om “vast te staan in de Here” (Fil. 4:1). Uit Fil. 3:1-11 blijkt, dat hij daarmee bedoelt: om alles alléén van de Here te verwachten en niets van je eigen gehoorzaamheid aan een wet. In de kanttekeningen van de oude Statenvertaling wordt terecht opgemerkt, dat vijanden van het kruis “vijanden zijn van de leer, dat de mensen niet door 84

86 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication