102

Gedoopt in Christus Jezus “Of weet gij niet, dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood” (Rom.6:3-4) Wannéér en hóe werden wij “in Christus Jezus 161 gedoopt”? Vele christenen menen op die vraag een pasklaar antwoord te kunnen geven, maar het is de vraag of het antwoord dat zij geven juist is. Met “in Christus Jezus gedoopt” doelt de apostel niet op het moment waarop de gelovigen uit Rome zich in water lieten dopen. Water bezit niet het vermogen om een mens aan Christus te verbinden. Velen die zich in water hebben laten dopen, keren zich op latere leeftijd immers van Christus af. Hoe de “allen” waarover de tekst spreekt, wél aan Christus werden verbonden, vertelt Paulus in zijn eerste brief aan de Korinthiërs: “Want zoals het lichaam één is en vele leden heeft, en alle leden van het lichaam, hoewel vele, één lichaam zijn, zo ook Christus. Immers, wij allen zijn in één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden hetzij Grieken, hetzij slaven hetzij vrijen, en ons allen is van één Geest te drinken gegeven” (1 Korinthe 12:12-13, Telos) Niet de doop in water, maar de doop in de Geest verbindt mensen aan de opgestane Heer 162. Wie “in Christus Jezus zijn gedoopt”, zijn “tot in zijn dood gedoopt” en “met Hem begraven door de doop-tot-in-de-dood” 161 Grieks: eis Christon Ièsoun, “tot in Christus Jezus”. 162 Merrill Unger schreef terecht: “Zes passages uit de brieven hebben betrekking op de doop met de Geest: 1 Korinthe 12:12-13, Romeinen 6:3-4, Galaten 3:27, Kolossenzen 2:10-12, Efeze 4:5 en 1 Petrus 3:21... In Romeinen 6 wordt... uiteengezet, dat die doop de gelovige plaatst in Christus zelf” (The Baptism and Gifts of the Holy Spirit, Chicago 1974, pag.95 en 104) 117

103 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication