112

2. Paulus sprak laconiek over de waterdoop, omdat de geestesdoop deze schaduw heeft vervangen. God verleent zijn Geest aan wie het goede nieuws van Christus’ opstanding aanvaarden (Efe.1:13-14). 3. Wie ijvert voor een inzetting – of dat nu de besnijdenis is, de waterdoop, de spijswetten of een godsdienstige kalender – is een mens die “in het vlees volmaakt wil worden” (Galaten 3:3). 4. Zulk ijveren leidt nooit tot grotere eenheid, maar altijd tot verwijdering en toenemende versplintering. Er worden nieuwe muren opgericht terwijl God zijn eigen muur juist heeft afgebroken (Efeze 2:14-16). 5. Wie zich naar een godsdienstig ritueel of een menselijke voorganger noemt, doet wat Christus zijn leerlingen heeft verboden (Mattheüs 23:1-12) en gedraagt zich even onvolwassen als de gelovigen in Korinthe. 128

113 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication