115

In 1 Korinthe 10:2 hebben we met iets dergelijks te maken. De Israëlieten werden “tot Mozes gedoopt” 187. Vanwege de doortocht door de Schelfzee werd hun band met Mozes onafscheidelijk. Het woord “dopen” is niet letterlijk bedoeld, maar de “doop” die Paulus beschrijft had wél letterlijke gevolgen. “Israël werd ingewijd in Mozes’ leiderschap en aan hem verbonden door de doortocht. Toen viel zijn vroegere vorst Farao geheel weg, daar was het einde van diens heerschappij” 188 Aan het begin van zijn brief gebruikt Paulus het woord “dopen” op dezelfde manier (1 Kor.1:10-17). Wie “tot iemand” wordt gedoopt, is aan iemand verbonden, iemands volgeling geworden. Als Paulus zich had ingespannen om zoveel mogelijk mensen te dopen, zou hij een partij hebben gevormd. Er zou dan een groep zijn ontstaan die bij hem hoorde en die zich naar hem kon noemen. Omdat Mozes het volk door de zee had geleid werd hij geaccepteerd als Gods knecht die over Israël mocht regeren. Toen de Hebreeën werden ingesloten door het leger van de Farao, waren ze wanhopig geweest, maar vanwege het wonder van de wolk en de zee hadden ze vertrouwen gekregen in de door God aangestelde middelaar. “Toen zag Israël, welk een machtige daad de HERE tegen Egypte gedaan had, en het volk vreesde de HERE en zij geloofden in de HERE en in Mozes, zijn knecht” (Exodus 14:31) 187 Paulus gebruikt hier het Griekse voorzetsel eis, “tot in” Mozes. Ten gevolge van de doop in de wolk en de zee werd Israël aan Mozes verbonden. 188 G.J.Pauptit, Wat is de ene doop ?, Amsterdam z.j., pag.34. 131

116 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication