125

In Christus gedoopt “Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus” (Galaten 3:26-28) De bijbeltekst die boven dit hoofdstuk is afgedrukt wordt dikwijls met de waterdoop verbonden. Een Anglicaans geestelijke schreef: “Paulus herinnert deze groep christenen aan de betekenis van hun doop. Er was een moment in het leven van hen allen, waarbij zij zich hadden ontdaan van hun gewaden en waren afgedaald in het water. Ze waren gedoopt ‘in Christus’: opdat zij voortaan bij Christus zouden behoren. Ze kwamen omhoog uit het water en trokken hun gewaden weer aan. Net zoals ze zich weer aankleedden, zo bekleedden ze zich op datzelfde ogenblik met Christus” 202 Volgens deze Engelsman dacht Paulus aan water toen hij schreef dat de Galaten “in Christus waren gedoopt” en zich “met Christus hadden bekleed”. Deze uitleg is echter in strijd met het tekstverband en met het onderwijs over de doop dat de apostel elders geeft. “Dopen” (reinigingsrituelen) zijn “inzettingen voor het vlees” uit de wet van Mozes 203. Wie zich in water laat dopen verricht een “werk der wet”, dat wil zeggen: een menselijke daad van gehoorzaamheid. 202 W.F.Flemington, a.w., p.57. 203 Hebreeën 9:9-10 (grondtekst) 143

126 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication