127

De “christelijke doop” is geen waterdoop, maar een geestesdoop. Aan de Korinthiërs schreef Paulus, dat “wie de Heer aanhangt” (wie met Hem is verbonden), “één Geest met Hem is” 205. Onze band met de Here is geestelijk van aard, niet stoffelijk. Aan de Efeziërs schreef de apostel, dat zij zich moesten inspannen om “de eenheid des Geestes te bewaren in de band des vredes”, er is immers “één lichaam en één Geest” 206. Zo’n geestelijke eenheid ontstaat doordat volgelingen van de Messias dezelfde Geest ontvangen als Hij. Leven door de Geest is het centrale thema van Paulus’ brief, zoals uit de volgende citaten blijkt: “Dit alleen wil ik van u vernemen: hebt u de Geest ontvangen op grond van werken van de wet of op grond van prediking van het geloof ?” (Galaten 3:2) “Hij dan, die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat op grond van werken van de wet of op grond van prediking van het geloof ?” (Galaten 3:5) “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek… opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof ” (Galaten 3:13-14) “… omdat u zonen bent, heeft God de Geest van zijn Zoon in onze harten uitgezonden, die roept: Abba, Vader!” (Galaten 4:6) “zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest was, zo ook nu” (Galaten 4:30) “Wij verwachten door de Geest op grond van geloof de hoop van de gerechtigheid” (Galaten 5:5) 205 1 Korinthe 6:17. 206 Efeze 4:3-4. 145

128 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication