32

Wanneer gelovigen menen dat zij “alle gerechtigheid moeten vervullen” door zich in water te laten dopen, dan is er sprake van een misverstand. Mattheüs gebruikt het woord “vervullen” (Gr. pleroo) zestien maal. Twaalf maal heeft het betrekking op gebeurtenissen die plaatsvonden “opdat vervuld werd wat door de Heer is gesproken” 37. Dezelfde betekenis heeft het ook in Mattheüs 5:17: “Meent niet dat Ik ben gekomen om de wet of de profeten op te heffen. Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om te vervullen” (Telos) In andere gevallen betekent het “vol maken”. Het Nieuwe Testament spreekt bijvoorbeeld over het “vullen” van een net 38 of van een maat 39. “Alle gerechtigheid vervullen” gaat de capaciteiten van zondige mensen verre te boven. Het is alsof de Here Jezus zei: “De Judeeërs hebben zich laten dopen omdat hun gerechtigheid niet vol is: ze hebben hun zonden beleden en hebben beaamd dat ze reiniging nodig hebben. Nu moet jij Mij dopen om hun de beloofde reiniging te laten zien. Ik word niet voor Mijn eigen zonden gedoopt maar voor die van hen 40. De doop van Johannes, die ten doel had om de Messias aan Israël te openbaren (Joh. 1:31), bereikte dat doel toen Jezus zich liet dopen. Want toen de Messias uit het water klom, werden de hemelen geopend en daalde de Geest van God als een duif op Hem neer, terwijl een stem uit de hemel zei: 37 Mat. 1:22, 2:15, 2:17, 2:23, 4:14, 8:17, 12:17, 13:35, 21:4, 26:54, 26:56, 27:9. 38 Mat. 13:48. 39 Mat.23:32. 40 Deze uitleg is ontleend aan Oscar Cullmann (Die Tauflehre des Neuen Testaments, Zürich 1948, p.12-14) en Harry Bultema (The Bible and Baptism, Grand Rapids 1955, p.45-49). Zie ook Romeinen 5:12-21. 38

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication