44

hebben geërfd ertoe dat ze zondigen, dus hun doel missen 75. Bij de Messias gebeurde dat niet: Hij werd in alle dingen verzocht als wij, doch zonder te zondigen 76. Hij nam onze zonden op zich en droeg ze tot in het graf, zodat ze voorgoed werden weggedaan 77. Door zijn sterven deed Hij de dood te niet 78 Toen Hij opstond uit de doden, bracht Hij onvergankelijk leven aan het licht 79. In sommige commentaren wordt beweerd dat Jezus zijn dood met een doop vergeleek omdat lijden in de Schrift wordt aangeduid als “golven en baren” die over het slachtoffer heenslaan. Volgens de Bijbel is dat echter niet de reden van de vergelijking. Een “doop” is een godsdienstige handeling die de reiniging van het doopobject op het oog heeft 80. Jezus noemde zijn dood een doop omdat die de ware reiniging, het “afleggen van de oude mens” of de “reiniging van zonden”, zou teweeg brengen. In de brief aan de Hebreeën wordt over Gods Zoon gezegd: “Deze, die de uitstraling is van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen en die alle dingen draagt door het woord van zijn kracht, is, nadat Hij reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht, gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in [de] hoge” (Hebreeën 1:3) 75 In de Griekse tekst van Rom.5:12 staat letterlijk, dat nadat door Adams zonde de dood in de wereld was gekomen, “de dood aan alle mensen werd doorgegeven, waarop [=als gevolg waarvan] allen zondigden”. De Statenvertaling geeft de grondtekst nauwkeurig weer, in tegenstelling tot de meeste moderne vertalingen. 76 Heb.4:15 77 1 Pet.2:24 78 Heb.2:14, 2 Tim.1:10 79 2Tim.1:10 80 Joh.3:25, Heb.6:2 en 9:10 (grondtekst). 51

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication