89

“... Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht...” (2 Tim.1:7, NBG) “... den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft” (1 Joh.3:24, NBG) “... dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft” (1 Joh.4:13, NBG) Omdat gelovigen de Geest hebben ontvangen, is God hun Vader: “Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader!” (Romeinen 8:15, NBG) Gods Geest maakt scheiding tussen “heiligen” en “wereld”. “Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is” (1 Korinthe 2:12, NBG) Kort samengevat: 1. Volgens de Bijbel ontvangen mensen niet de “doop met de Geest”, maar de Geest. De verheerlijkte Messias verleent die door hem uit te storten. 2. “Hebt u de doop met de Geest ontvangen”? is een onbijbelse vraag. Wie die vraag stelt wekt de indruk, dat God zijn Geest verleent in twee opeenvolgende fasen. In Christus geloven zou iets gewoons zijn en een eerste stap, maar met de Geest gedoopt worden iets heel bijzonders, een tweede zegening. 103

90 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication