23

Vanuit de onjuiste gedachte, dat ‘de kerk bij Pinksteren begon’, probeert men na te volgen wat de gelovigen in die tijd deden. Anderen gaan verder en proberen enkele van de leringen uit Paulus’ eerdere brieven in te passen. Dit doen zij ondanks de grote verschillen tussen deze en latere onthullingen. Men wendt zich meestal niet tot Paulus’ laatste brieven. Laat staan, dat men eerdere bedieningen aanpast om overeen te stemmen met die overtreffende waarheden! Dit is de functie van de ware leraar vandaag. Die zou het onderricht aanpassen, zodat het overeenstemt met het geheimenis, dat Paulus onthulde. Hij moet ook uitdeler zijn. Veel onderwijs benadrukt niet de genade van God en het genadevolle karakter van Zijn gaven. Hij runt geen koopjeshoek of commerciële onderneming. Nee, het is gratis en vrij uitdelen. Zeer weinig gelovigen weten wat Hij voor ze heeft. Het is de opdracht van de leraar om hen bewust te maken van hun grote rijkdom in Christus Jezus. Hij moet het lichaam van Christus opbouwen. Dit is iets heel anders dan het vermaken van de leden van een kerk of de aanhangers van een denominatie. De leraar die erkent dat er een geestelijk organisme is waar alle gelovigen deel van uitmaken, ongeacht geloofsbelijdenis of groep, is bezig met de opbouw van het lichaam van Christus. De leraar die dit negeert of menselijke organisaties instelt, beschadigt het ene lichaam. Hij, die de gelovigen hun plaats doet beseffen in dat wonderlijke organisme waarvan Christus alleen het Hoofd is, is een door God gegeven gave tot opbouw. 24

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication