0

GEESTELIJKE GAVEN VOOR VANDAAG?

Geestelijke gaven voor vandaag? A.E. Knoch Stichting Da-ath

Colofon Oorspronkelijke titel: Spiritual gifts for today A.E. Knoch Gepubliceerd als brochure. © Concordant Publishing Concern www.concordant.org Vertaling: Jan Koolen Redactie: Date Gorter Uitgave: Stichting Da-ath, Capelle aan den IJssel, da-ath.nl Met schriftelijke toestemming Concordant Publishing Concern Omslag: Evangelie Om Niet evangelieomniet.nl Foto cover © sharply_done via Canva ISSN 2772-8811 NUR 707

INHOUDSOPGAVE Blz. Introductie ........................................................... 6 Geestelijke gaven voor vandaag ......................... 7-8 Geestelijke gaven ................................................ 8-11 Tijdelijke gaven ................................................... 11-12 Bevorderlijke gaven ............................................ 12-14 Overgang ............................................................. 14-15 Volwassenheid .................................................... 15-16 Volwassen in Christus ......................................... 16-17 De weg naar het overtreffende ............................ 17-18 Afgedaan door volwassenheid ............................ 18 Het overtreffende ................................................ 18-20 Verwerp de mindere gaven ................................. 20-21 Gaven voor nu ....................................................... 21-22 Apostelen en profeten ........................................... 22 Evangelisten, herders, leraren ............................. 22-26 De weg van het overtreffende ............................. 26-27 Andere publicaties Stichting Da-ath ................... 29-34 5

Introductie Geworteld en gefundeerd zijn in liefde verwijst naar Efeziërs 3:17. Daar bidt de apostel Paulus dat de gelovigen geworteld en gefundeerd in de liefde mogen zijn. Dit beeld benadrukt het belang van een sterke, diepe verbinding met de liefde van God als basis voor het leven van de gelovige. Het principe is: zoals een boom sterke wortels nodig heeft om stand te houden en te groeien, zo moet een gelovige diep in de liefde van God geworteld zijn om geestelijke groei en stabiliteit te ervaren. Het concept van geworteld en gefundeerd in liefde is: geen oppervlakkige liefde, maar een diepgewortelde, fundamentele kracht, die het hele leven doordringt en beïnvloedt. Deze liefde van God is de basis voor een leven van geloof, gehoorzaamheid, en gemeenschap met anderen, en het is wat gelovigen in staat stelt om in moeilijke tijden stand te houden en vruchten voort te brengen in hun leven. 6

Geestelijke gaven1 voor vandaag De Heer Jezus Christus kwam als Mens op aarde. Hij werd verworpen, gekruisigd. Hij stierf en werd begraven. God wekte Hem op uit de doden. Daarna voer Hij op naar de hemel, naar Zijn Vader. Hij werd aan Gods rechterhand gezet en uitermate hoog verhoogd. Hij heeft buitengewoon grote eer en heerlijkheid ontvangen. En wij? Wij zijn heel nauw geestelijk met Hem verbonden en zo ook samen met Hem hoog verheven. Christus Jezus zou nu boven alle hemelen Ef.4:10 zijn, volgens diverse vertalingen van de Bijbel. Maar het is niet zo, dat Hij zich ergens buiten of voorbij het universum bevindt. Wat betreft ruimte bestaat het al (vaak genoemd: het heelal of het universum) uit de aarde en de hemelen. Wij lezen: Hij Die afdaalt, is Dezelfde Die ook opstijgt boven allen die van de hemelen zijn, opdat Hij het al compleet maakt Efe.4:10 Hij is de hoogste van de hemelse menigten in waardigheid en heerlijkheid. Christus Jezus maakt het al compleet; Hij zal in alles voorzien wat nog ontbreekt in Gods schepping, zodat die tot Gods eer kan zijn. Hij, Die afdaalde naar de lagere delen van de aarde, is nu opgestegen naar de hoogste hemelen. Het ophemelse2 1 Inwerkingen is een beter woord; dat geeft aan dat het om Gods werk in gelovigen gaat. 2 Grieks: epouranion, letterlijk: op/over-hemels. 7

aspect van het geheimenis van Christus3 van het beheer4 vormt de basis van het geheimenis. De liefde van Christus in Zijn regeren omvat heel de schepping; dat is de basis van onze volwassenheid. Een complete openbaring5 brengt ons tot volwassenheid. Christus is het Hoofd van heel het al (universum). Wij als gelovigen zijn nauw met Hem, Die het Hoofd is, verbonden. En zo hebben wij samen met al de gelovigen de meerderjarigheid bereikt. Het begin van het huidige beheer van Gods genade . In beeldspraak gezegd: bracht veel veranderingen met zich mee. Dit vereiste een aanpassing van de heiligen Ef.4:12 overgang van onmondigheid naar gerijpt man Ef.4:13; 1Kor.13:10 De nieuwe op . hemelse bestemming scheidde de heiligen af van aardse, fysieke zegen. Voor de heiligen uit Israël was dat eerst beloofd aan Abraham. De heiligen uit de natiën genoten voorheen ook van de aardse zegen als gasten van Israëls verbonden. Geestelijk gaven De nieuwe status van de gelovigen uit de natiën betekende, dat zij geestelijk groeiden naar volwassenheid. Dat is nodig om het complement6 van de op van Christus te midden hemelsen te kunnen zijn. De geestelijke gaven tonen een duidelijk beeld van de nodige veranderingen. 1 Korinthiërs 12 laat zien wat de natiën hadden voordat het 3 Het aardse aspect was bekend: Jezus Christus zal Koning van de koningen op aarde zijn. Het hemelse is, dat Hij óók zal regeren in de hemelen over alle geestelijke machten en krachten. Ef.1:9,10 4 Periode van beheer: Grieks oikonomia, huis-wet; vaak ‘bedeling’ genoemd in evangelische kringen. 5 Deze is ons gegeven in Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen. 6 Het Griekse plêroma, letterlijk: vul-effect, het laatst vullende deel. 8

geheimenis7 werd onthuld. Efeziërs 4 zegt welke gaven wij vandaag hebben. Er waren grote veranderingen. De meeste eerdere gaven zijn verdwenen sinds deze aanpassing. Zij zijn niet langer nodig. Er zijn twee nieuwe; drie blijven van kracht. Van de gaven die dit beheer ingaan, waren apostelen, profeten en leraren bekend. Die verbinden ons met het verleden. Evangelisten en herders zijn uniek, zij waren niet eerder ingedeeld. 1 Kor.12:7-10 door de geest bevorderlijk: wijsheid kennis geloof genezing krachtige daden profetie vertaling krachten genezing onderscheid v geesten ondersteuning talen leiding talen 1 Kor.12:28-29 door God in de gemeente: 1.apostelen 2.profeten 3.leraren Geestelijke gaven 1 Kor.13:8 voorbij i.v.m. volwassenheid: profetieën talen kennis Ef.4:11 door de Heer tot toerusting: apostelen profeten evangelisten herders leraren in fundament: Ef.2:20 apostelen profeten Dit overzicht in Paulus’ bediening helpt om te vergelijken. De meest linkse kolom bevat negen tijdelijke, die vanaf Pinksteren tot aan het beheer van het geheimenis8 in werking waren. Dit zijn individuele gaven van de geest. De tweede kolom van links bevat acht gaven, verbonden met het lid zijn van het lichaam van Christus. Deze acht zijn in rangorde opgesteld. De eerste drie: apostelen, 7 Geheimenis in de Efezebrief: roeping van het lichaam van Christus. 8 Efeziërs 3:9 9

profeten en leraren, staan ook in de Efezebrief. Vervolgens een speciale lijst van drie gaven die niet langer gelden na de komst van volwassenheid. De meest rechtse kolom geeft de feiten in Efeziërs 4. De eerste drie zijn voor toerusting van de heiligen. Ten slotte zien wij twee in het fundament. Nu gelden nog: evangelisten, herders, leraren. Het is de moeite waard om de relatie te zien tussen de gaven in 1 Korintiërs en Efeziërs. Onhoudbare gedachten, gebaseerd op deze relatie, leidden tot twee extreme visies. Veel gelovigen beweren, dat men alle gaven nog steeds door geloof kan toe-eigenen en nu nog van kracht zijn. Net als in Korinthe leggen zij nadruk op spreken in tongen en genezing. Aan de andere kant wijzen sommigen 1 Korinthiërs volledig af en zeggen dat wij daar totaal geen verbinding mee hebben. Men stelt: ‘het beheer van het geheimenis is uniek; het is geen ontwikkeling vanuit Korinthiërs, maar nieuw geschapen, ver boven alles uit’. In tegenstelling tot deze twee uitersten noemt de Schrift in 1 Korinthiërs en in de Efezebrief de relatie tussen die twee minderjarigheid en volwassenheid. Dit is de sleutel tot ons onderwerp. Dit beeld vermijdt de uitersten. Het is in harmonie met het feit, dat sommige gaven in het verleden al aanwezig waren die er ook nu nog zijn. Het stemt overeen met het opzij zetten van de mindere gaven en het vasthouden van de grotere. Het stemt ook overeen met het karakter van de vastgehouden gaven en de verworpen gaven. Paulus en 10

anderen waren apostelen en leraren in 1 Korinthiërs en zijn dat ook in de Efezebrief. Zij zijn niet opnieuw benoemd, alsof hun eerdere dienst niet erkend werd. Het beeld van een nieuwe schepping is hier niet het punt. Iemand is niet opnieuw geschapen wanneer de volwassenheid bereikt is. Tijdelijke gaven Sommige zaken bleven zoals ze waren, terwijl andere weggelaten werden omdat ze alleen geschikt zijn voor de minderjarigheid. De gelovigen onder de natiën hadden van bepaalde zegen genoten als gasten van Israëls verbonden van de belofte Ef.2:12 ophemelse zegeningen die de huidige tijd van Gods genade kenmerken. Misschien noemen wij dat een reorganisatie. Wanneer een groot bedrijf het werkterrein en de aard van de producten verandert, wordt een deel van de apparatuur nutteloos en afgedankt. Men herziet het systeem van zaken doen om zich aan de nieuwe omstandigheid aan te passen. Zo ook bij het schrijven de Efezebrief. Sommige gaven verdwenen, andere werden aangepast. Fysieke voordelen (o.a. genezingen), aardse binding; het is verdwenen. In de voorbereidende brieven9 van Paulus zijn gelovigen te zien in hun puberteit, groeiend naar volwassenheid. Zij naderen de rijpheid. Sommige gaven uit de kindertijd bleven gehandhaafd. Andere waren alleen bedoeld om tot volwassenheid te kunnen komen. Het kind leert spreken en voor het eigen lichaam zorgen. Dit zien wij in de gaven van genezing en spreken in tongen (of: andere talen). Het belangrijkste in de puberteitsfase is onderwijs en training voor de opdrachten van het leven. Die fase is gericht op 9 Romeinen, 1,2 Korinthiërs, Galaten, 1,2 Thessalonicenzen 11 . Maar ze passen niet bij de geestelijke,

eigen ontwikkeling, niet op zorg voor de andere mensen of op verantwoordelijkheden die bij volwassenheid horen. Bevorderlijke gaven De gaven van de geest, aan de Korinthiërs gegeven, waren bevorderlijk 1Kor.12:7 . Laten we dit woord, genoemd in de geïnspireerde Schrift, niet over het hoofd zien. Dit verzekert ons dat het geen ideale, permanente gaven waren. Zij waren slechts tijdelijk, om een tekort aan te vullen dat inmiddels aangevuld is. Aan ieder nu wordt de openbaring van de geest gegeven, tot wat bevorderlijk is 1Kor.12:7 De NBG’5110 en Voorhoeve vertalen: nuttig, en NBV’21: ten bate van. Deze woorden raken niet het punt waar het om draait. Maar natuurlijk zijn ze niet onwaar. Bevorderlijke zaken kunnen tijdelijk nuttig of behulpzaam zijn. Het woord11 Het verlies van een oog of hand kan nauwelijks winstgevend zijn, toch kan het bevorderlijk zijn Mat.5:29,30 wegging Joh.16:7 geoorloofd, maar niet alles is bevorderlijk 1Kor.6:12 tijdelijk voordeel door bevorderlijke gaven. . Zijn afwezigheid is niet blijvend. Alles is . Er is is tien keer vertaald met tot nut/nuttiger zijn, drie keer met beter zijn, en verder één keer: raadzaam zijn, voordeel zoeken, bijeenbrengen. Een ander woord betekent winst12 . Het was bevorderlijk dat de Heer 10 In het Engels wordt de AV (King James vertaling) genoemd. 11 Grieks: sumpherō 12 Grieks: oninêmi 12

Dit blijkt, want niet één van deze gaven wordt opnieuw bevestigd in Efeziërs. Zij waren wel geschikt in de tijd van overgang op weg naar het huidige beheer van genade Ef.3:2. Alle twijfel verdwijnt als we lezen, dat alle drie gaven die definitief voorbij zijn, in de lijst bevorderlijke geestelijke gaven staan 1Kor.12:7-10 1Kor.13:8 . Dit zijn: profetie, talen, kennis van genade . Zij waren destijds noodzakelijk, maar zulke gaven waren niet langer nodig toen het beheer13 volledig in werking trad. In plaats van kleine stukjes informatie op bovennatuurlijke wijze aan enkele individuele gelovigen te geven, gaf en geeft God de volle kennis in Zijn laatste onthulling14 iedereen in de latere brieven van Paulus opgedaan worden. Elke gelovige heeft in deze tijd toegang tot alle schatten van wijsheid en kennis, in Christus15. Wij komen door onderzoek van de Schrift steeds meer te weten over de tijd van overgang van Paulus’ vroegere bedieningen. Het wordt steeds duidelijker, dat de tijdelijke geestelijke gaven (inwerkingen) noodzakelijk waren. Die brachten de gelovigen naar de huidige genade. Wij hebben een verslag van die periode in Paulus’ eerdere brieven. Wij hebben ook de complete, latere onthulling in zijn brieven, toen de era van overgang afgesloten werd. Toch hebben weinig gelovigen hier echt helderheid over. Sinds vroege tijden is men over deze periode in verwarring. Men zag niet in, dat de gaven van toen niet blijvend waren. Als dat al zo is, hoe moeilijk was het dan voor degenen, die in dergelijke tijden leefden om in de pas te blijven lopen met 13 Het beheer van genade, van het geheimenis Ef.3:2,9 14 Te vinden in Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen. 15 In de brieven van Paulus 13 . Die kennis kan door

Gods werk! Er was toen nog geen geschreven overzicht van blijvende waarheid, zoals de Efezebrief. Overgang God was nog16 bezig met Zijn volk Israël. Als wij nu zouden leven in een tijd waarin God het ene afrondde en tegelijk het andere liet ontstaan, zou er meer begrip voor verwarring zijn. Zij hadden tijdelijk ondersteuning nodig om hen door die overgangstijd heen te helpen. De bevorderlijke gaven 1Kor.12:7 bestaan uit twee soorten. Enkele verbonden hen met het koninkrijk en de krachten van de komende eon17 . Dit waren: krachten, genezing, talen en vertaling. Deze zullen hun volle vervulling in de duizend jaren krijgen. Menselijk gesproken: als Israël in de Handelingentijd het getuigenis van de heilige geest over de Messias niet had verworpen, zouden deze gaven meer en meer toegenomen zijn. Maar ze konden alleen ondergeschikt aan Israël uitgeoefend worden. Ze konden niet blijven toen Israël (tijdelijk) terzijde werd gesteld. De andere gaven verbonden hen met de toen naderende verandering. Zonder te weten wat hen te wachten stond, zouden zij wegzinken in dwaasheid en onwetendheid. Daarom werden sommigen met speciale kennis en wijsheid toegerust. Hun geloof zou falen, zoals bij velen in Israël, naarmate de komst van het koninkrijk uitbleef. Er was behoefte aan de gave van profetie, om direct woord van God te ontvangen. Men moest geesten onderscheiden, zodat de gelovigen niet tegen Gods bedoeling in geleid zouden worden. Al deze gaven worden in Paulus’ brieven 16 In de overgangstijd. 17 Van het millennium, de duizend jaren, Op.20:1-6 14

getoond. Alle andere gaven kwamen in het verslag van Handelingen tot uiting. Dat verslag begint met uitingen van tongentaal en eindigt met een genezing Hand.28:8 . Maar hebben wij deze vandaag niet nodig? Omdat onze zegeningen geestelijk zijn, te midden van de op . Talen18 hemelsen, kunnen wij de aardse, fysieke gaven van de komende eon niet claimen. In plaats van lichamelijke genezing is er voor ons genade in onze zwakheden. In plaats van kracht wordt ons zwakheid beloofd 2Kor.12:9 volwassenheid niet binnengaan 1Kor.13:8 konden de tijd van . Wijsheid, kennis, geloof, profetie en geesten onderscheiden: het is nu ook nodig, maar het zijn geen individuele gaven meer. Volwassenheid Alle wijsheid en kennis die wij nodig hebben, is te vinden in het geheimenis dat onthuld is. Dat is Gods laatste woord aan ons. Er is geen gave van profetie nodig 1Kor.13:8. Door deze voltooide openbaring kunnen wij alle geesten toetsen. Het beheer waar wij nu in leven, verdrijft alle geestelijke gaven die eerst bevorderlijk waren. Wij weten niet of dit punt al eerder onder de aandacht gebracht is. Wij willen dit dan ook op het hart drukken bij allen die God geloven. De man van God moet bijzonder aangesproken zijn door het woord dat hier door de heilige geest gebruikt is. Voordat ons wordt gezegd dat deze gaven bestonden, wordt het tijdelijke karakter ervan al genoemd. Dat is genoeg voor ieder die God gelooft. Wij twijfelen er niet aan, dat vandaag de dag geestelijke gaven aanwezig zijn die lijken op de mindere gaven. Die waren er ook in 18 Glossolalie: talen, vaak ‘tongen’ genoemd. 15

die dagen. Een speciale gave was nodig om de geesten te onderscheiden. Als deze gave vandaag zou bestaan, zou het zonder twijfel al deze verschijnselen als werk van misleidende geesten aanwijzen. Het is een afleiding om te voorkomen dat gelovigen volwassen worden. Want dat is het doel van de gaven voor vandaag. Er bestaat een direct contrast tussen de ‘moderne’ gaven – genezing, spreken in tongen - en de gaven die God ons geeft. Genezing en spreken in tongen trekken ons terug naar de kindertijd. De andere leiden tot volwassenheid. Herders, evangelisten en leraren zijn gegeven: tot aanpassing van de heiligen tot dienstwerk, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de erkenning van de Zoon van God, tot gerijpt man, tot het formaat van het volgroeid zijn van het complement van de Christus, opdat wij geen onmondigen meer zijn, zwalkend en meegedragen door iedere wind van leer Ef.4:12-14 De gave van talen (spreken in tongen) vermeldt God als de minste in de fase van onmondigheid. Volwassen in Christus Ware herders, evangelisten en leraren leiden ons in de tegengestelde richting; zij leiden ons naar de rijpheid, de volwassenheid. Dat is de opdracht wanneer zij trouw zijn. 16

Er zijn vandaag veel methoden om Gods dienaren te toetsen, die niet op het Woord gebaseerd zijn. Succes betekent soms mislukking in Gods ogen. Maar hier Ef.4:11-16 hebben wij Gods norm. Hier zegt Hij wat Hij verwacht. De test die wij zouden toepassen, lezen wij in dit stukje19 . Delen zij dat uit wat het lichaam van Christus opbouwt, zodat allen één geloof hebben en hun zoonschap en volwassenheid in Christus erkennen? Helaas is het idee van volwassenheid bij velen onbekend. Hun bediening is eerder gericht op het kleinhouden van gelovigen dan onmondigen doen groeien tot volwassen heiligen. Wat is het belangrijkste doel van de gaven die wij nog hebben? Ze zijn bedoeld om de heiligen verder te leiden. Verder dan de mindere gaven die onmondigheid kenmerken. Wij zijn volwassen in Christus! Laten wij niet teruggaan naar de kindertijd! Op weg naar het overtreffende20 De acht geestelijke gaven21, die God in de uitgeroepen gemeente plaatste, zijn niet als bevorderlijk aangemerkt. Dus constateren wij, dat drie het huidige beheer ingaan. Het opvallende is, dat deze drie nadrukkelijk aan het begin van de lijst genummerd zijn gerangschikt, zodat dit niet verkeerd begrepen kan worden: Ten eerste, apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraren, vervolgens... 1Kor.12:28 19 Efeziërs 4:11-13 20 Overtreffende onthullingen en overtreffende liefde van Christus. 21 Zie het overzicht op blz.9, tweede kolom van links. 17

Bovendien worden de andere gaven gerelativeerd door de aansporing: Streeft echter naar de grotere genadegaven 1Kor.12:31 Dan volgt het terugwijzen van de mindere gaven. Ter bevestiging lezen wij, dat de laatste en minste gave: talen - zal ophouden 1Kor.13:8 . De vijf ongenummerde gaven: krachten, genezing, ondersteuning, besturing, talen, zijn ongeschikt in deze tijd van het overtreffende18 1Kor.12:31 . Afgedaan door volwassenheid Profetieën, talen en kennis zijn gaven die uitdrukkelijk weggedaan worden in 1 Korinthiërs 13. Ze staan alle drie in de eerste reeks die als bevorderlijk werd aangemerkt. Eén ervan (talen) is ook de laatste van de tweede groep, die in volgorde van belangrijkheid is opgesteld. De gave van ‘tongen’ is daarom de minste van alle gaven. Maar de weg van het overtreffende waar wij op wandelen, verwerpt niet alleen de tekenen van de komende eon22, zoals tongen (talen), krachten en genezing. Ook profetie en de gave van kennis worden buiten werking gesteld. Het overtreffende23 De reden is dat dit slechts tijdelijke instellingen waren. In het toen nog naderende tijdperk (waarin wij nu nog leven) zouden zulke openbaringen (die in kleine delen gegeven werden) overbodig zijn. God gaf een volledige profetie die alle kennis omvat. Zo'n complete onthulling is de Efezebrief. 22 Grieks: aiōn, een beperkte tijd. 23 Zie voetnoot 18 18

Er wordt nog veel geprofeteerd. Maar allen, die iets aan Gods woord willen toevoegen, tonen hun onwetendheid over wat Hij al geopenbaard heeft. Ik zou degenen, die menen dat ze een directe boodschap van God ontvangen hebben, aanraden zich te verdiepen in de brief aan de Efeziërs. Zij zullen ontdekken dat Zijn woord definitief en volledig is. Het is voldoende voor al wat nodig is. De gave van profetie, oftewel de kracht om de spreekbuis van God te zijn, is opgeheven. De enige profeten in het huidige beheer van genade, bevinden zich in het fundament Ef.2:20 . Al wat zij zouden kunnen onthullen, ligt al voor ons klaar om te lezen in de brieven van Paulus, de grootste profeet van allemaal. Er moet onderscheid zijn. De gave van profetie, als een van de inwerkingen van de geest, was gegeven voor individueel gebruik in de gemeente. De officiële functie van profeet bestond. Die is gegeven aan de uitgeroepen gemeente om het woord van God compleet te maken. Kol.1:25 Paulus was de grote apostel en profeet door wie de blijvende waarheid in de Schrift gegeven is. De profetieën waren tijdelijk bevorderlijk. De gave van profetie echter blijft bij ons, in geestelijke vorm, in de Schrift. De profeet zit in het fundament. De profetieën zijn vastgelegd voor iedereen. In 1 Korinthiërs zien wij, dat sommige gaven worden gerelativeerd, maar niet verboden. De gave van talen, of ‘spreken in tongen’, samen met het uitleggen staat als laatste op de lijsten en wordt ontmoedigd. De apostel verklaart dat hij liever vijf woorden spreekt met zijn 19

verstand, om anderen te onderwijzen, dan tienduizend in een (tongen)taal die zij niet konden begrijpen 1Kor.14:19 . Verwerp de mindere gaven Hij kondigt aan dat het slechts een tijdelijke gave is, want het zou ophouden 1Kor.13:8 de laatste lijst die in de Efezebrief is gegeven Ef.4:11 . Het is niet opgenomen in . De gave van ‘tongen’ past het minst bij de volwassenheid. Het getuigenis van de Schriften is voldoende, en ik voeg het volgende niet toe om dat te bevestigen. Het kan echter diegenen helpen die niet duidelijk zien dat deze gave is opgehouden. Zij verwijzen naar de aanwezigheid ervan als een feit. Ik heb ongeveer twintig jaar geleefd in het gebied waar het hart van de beweging was waar men in tongen sprak24 het aan te horen. Ik heb elke keer zorgvuldig geluisterd om te bepalen of de uiting de kenmerken van een taal had. Dat was niet het geval. Het was meestal een veelbetekenende herhaling van klanken, zoals iemand die een vreemde taal imiteert na er oppervlakkig kennis mee te hebben gemaakt. Niemand die kennis heeft van diverse talen heeft reden om aan te nemen dat de ‘gave van tongen’ vandaag de dag een echte taal is. Wij hoeven niet naar de Efezebrief te gaan om aan te tonen dat de meeste gaven tijdelijk waren en ongeschikt voor het huidige beheer. Dat bewijs is 1 Korintiërs. Niet alleen somt hoofdstuk 13 duidelijk enkele gaven op die opgeheven werden of stopten. Maar hoofdstuk 12, als ze ingedeeld worden, bestempelt ze duidelijk als tijdelijke 24 Los Angeles 20 . Zodoende had ik veel gelegenheid om

maatregelen. Het brengt ons op de weg die leidt naar het overtreffende 1Kor.12:31 . Is het niet opmerkelijk dat deze twee waarschuwingen, de één voor, en de ander direct ná de opsommingen van de gaven, zo hardnekkig zijn genegeerd of uitgewist? En door gebrekkige vertalingen en onjuiste uitleg is het doel van Gods geestelijke gaven in wezen verdraaid. Gelovigen worden terug naar onmondigheid geleid in plaats van opgebouwd in Christus. Gaven voor nu Er wordt algemeen gedacht, dat 1 Korintiërs 13 onze huidige ervaring plaatst tegenover onze toekomstige heerlijkheid in de opstanding. Nu zouden we door een spiegel in raadselen kijken, maar dan van aangezicht tot aangezicht 1Kor.13:12 . Dan zullen wij kennen zoals we gekend zijn. Deze interpretatie zet ons op het verkeerde been. De apostel vergelijkt hier niet onze ervaring in dit leven met de werkelijkheid in het volgende. Hij vergelijkt het beheer van toen met dat van nu. Toen was het onmondigheid, nu is het volwassenheid. Toen werden zaken wazig gezien, die nu duidelijk en helder zijn. Nu wordt kennis niet langer in delen gegeven. Wij hebben een volledige openbaring sinds het geheimenis onthuld is. Efeziërs 4 toont ons de gaven voor nu. De meeste gaven die in 1 Korinthiërs 12-14 genoemd zijn, worden hier niet herhaald. Maar dat bewijst niet dat ze zijn opgeheven. Dat zou onvoldoende reden zijn om ze opzij te schuiven. Wij moeten goed overwegen wat daarover in 1 Korinthiërs gezegd wordt. En erkennen dat de tijd van volwassenheid is gekomen. Dan zullen wij begrijpen waarom de mindere 21

gaven niet in dit tijdperk van het overtreffende25 binnen konden gaan. Dan zullen wij ons verheugen over het verdwijnen van deze mindere gaven. Wij zullen dankbaar onze plaats innemen als volwassen mensen en weigeren wat zelfs maar de schijn van onvolwassenheid heeft. Apostelen en profeten Van de vijf gaven die bij dit beheer horen, bleven drie bestaan en twee horen in het fundament. Apostelen en profeten waren nodig voor de inwijding van dit beheer van de genade van God. Zijn gedachten moesten door Zijn woordvoerders bekend worden. Dit moest gepaard gaan met de volledige autoriteit van Gods apostel. Aangezien Paulus, de grootste van alle profeten en apostelen van dit beheer, een blijvend verslag maakte van de nieuwe onthulling in zijn brieven, hebben die het doel van profeten en apostelen vervuld. Zij blijven bij ons, in de geest, in deze geschriften. Het bewijs voor de afwezigheid van deze gaven onder ons is niet alleen het gebrek aan daartoe aangestelde mannen. Maar het is ook de verklaring dat deze gaven beperkt zijn tot het fundament Ef.2:20 . Een profeet die niets aan de brieven van Paulus kan toevoegen is nutteloos. Allen die het probeerden, bleken aantoonbaar vals te zijn. Evangelisten, herders, leraren De drie gaven die God geeft, zijn: de evangelist om het evangelie te prediken aan de wereld, de herder om voor de heiligen te zorgen, en de leraar om het lichaam van Christus op te bouwen. De grote zwakte in de huidige praktijk binnen de christenheid ligt in de poging om deze 25 Zie voetnoot 18 22

drie te combineren in één geestelijk leider. Die moet zowel de heilige als de zondaar aanspreken en verzorgen. Maar hij is zelden in meer dan één opzicht geschikt, en vaak helemaal niet. Bij een toenemende geestelijke bewustwording volgt meestal een scheiding van deze bedieningen. Evangelisten richten zich volledig op hun boodschap aan ongelovigen. Leraren staan op en bijeenkomsten worden gehouden met als doel: opbouw van de heiligen. In tijden van geestelijke verfrissing en vernieuwing komen juist deze goddelijke inwerkingen (gaven) naar voren. In deze laatste dagen is speciaal behoefte aan leraren die zelf volwassen zijn. Die kunnen de heiligen versterken door de genade uit te delen die hen is gegeven door de onthulling van het geheimenis. Helaas brengen de meesten die nu religieus onderricht geven, hun gehoor in slavernij van de wet en ceremoniën. Of ze houden hen bezig met de zaken van onmondigheid, en slepen zo de gelovigen naar beneden terwijl ze hen zouden opbouwen. Hier hebben we de goddelijke test van de ware leraar. Stemt hij overeen met Efeziërs 4:12-14? Is hij bezig met toerusten, uitdelen, opbouwen, verenigen, bijbrengen van besef van zoonschap, volwassenheid en volgroeidheid? Dat zijn de zeven kenmerken van de ideale leraar. Er is vandaag net zoveel behoefte aan toerusting als in de dagen van Paulus, toen hij de Efezebrief schreef. Het onderricht en de ervaring van de gelovigen in onze dagen is beperkt tot het onderwijs van onze Heer toen Hij op aarde was, of tot dat van Zijn apostelen in Handelingen. 23

Vanuit de onjuiste gedachte, dat ‘de kerk bij Pinksteren begon’, probeert men na te volgen wat de gelovigen in die tijd deden. Anderen gaan verder en proberen enkele van de leringen uit Paulus’ eerdere brieven in te passen. Dit doen zij ondanks de grote verschillen tussen deze en latere onthullingen. Men wendt zich meestal niet tot Paulus’ laatste brieven. Laat staan, dat men eerdere bedieningen aanpast om overeen te stemmen met die overtreffende waarheden! Dit is de functie van de ware leraar vandaag. Die zou het onderricht aanpassen, zodat het overeenstemt met het geheimenis, dat Paulus onthulde. Hij moet ook uitdeler zijn. Veel onderwijs benadrukt niet de genade van God en het genadevolle karakter van Zijn gaven. Hij runt geen koopjeshoek of commerciële onderneming. Nee, het is gratis en vrij uitdelen. Zeer weinig gelovigen weten wat Hij voor ze heeft. Het is de opdracht van de leraar om hen bewust te maken van hun grote rijkdom in Christus Jezus. Hij moet het lichaam van Christus opbouwen. Dit is iets heel anders dan het vermaken van de leden van een kerk of de aanhangers van een denominatie. De leraar die erkent dat er een geestelijk organisme is waar alle gelovigen deel van uitmaken, ongeacht geloofsbelijdenis of groep, is bezig met de opbouw van het lichaam van Christus. De leraar die dit negeert of menselijke organisaties instelt, beschadigt het ene lichaam. Hij, die de gelovigen hun plaats doet beseffen in dat wonderlijke organisme waarvan Christus alleen het Hoofd is, is een door God gegeven gave tot opbouw. 24

Veel pogingen zijn ondernomen om de heiligen te verenigen. De ware basis voor zo'n eenheid is het ene geloof dat we vandaag de dag hebben, zoals uiteengezet in de Efezebrief. Oorzaak van verdeeldheid is de veelheid van geloofsopvattingen. Die diversiteit aan opvattingen is er, omdat de alomvattende onthulling van de Efezebrief niet bekend is. Als het Gods bedoeling was om ons allen één te maken voordat Christus terugkomt, riep Hij waarschijnlijk de leraren op om de waarheden van dit beheer van de genade bekend te maken. Dit is een test voor de ideale leraar: leidt zijn boodschap tot de eenheid van allen in Christus? Of deelt het de gelovigen in klassen in? Vormt het een speciale, superieure kliek van allen die zijn lering volgen? Laten wij niet vergeten dat, als wij allemaal God geloven, wij echt één zijn, zoals wij dat ook in waarheid al zijn. De beeldspraak nieuwe geboorte26 wijst op geestelijke verandering bij Israël op aarde in het komende koninkrijk. De uitdrukking zoonschap in de Efezebrief wijst op veel meer dan dat. De nieuwe geboorte hoort bij verkondiging van het koninkrijk. Paulus zegt over ons, dat wij in Christus een nieuwe schepping zijn; niet, dat wij opnieuw geboren worden. Zoonschap is niet per se op geboorte gebaseerd. Zoonschap kan ook door adoptie verkregen worden. Het vertegenwoordigt niet alleen relatie, maar ook de eer die alleen aan de erfgenaam wordt verleend wanneer die meerderjarig is. De zoon wordt dan met de hoogste waardigheid die zijn vader kan schenken, bekleed. Het is 26 Vaak ‘wedergeboorte’ genoemd. 25

veel meer om zoon van God te zijn dan kind. Een leraar in dit beheer zou dit punt benadrukken, opdat de heiligen hun zoonschap beseffen Ef.4:13 . Waarachtig onderwijs brengt de gelovigen tot gerijpt . Dit kan alleen worden waren. De volwassenheid in man, tot het formaat van het volgroeid zijn van het complement van de Christus Ef.4:13 bereikt door aan te tonen hoe onvolwassen de vorige periodes van beheer27 Christus in dit beheer van overstromende genade zou verkondigd worden. Dan zullen de gelovigen beseffen, dat zij ontgroeid zijn aan wat God eerder gaf. Dan komt de erkenning, dat zij in Christus de status van gerijpt man hebben. Zo kunnen zij standvastig blijven te midden van de verwarring die overal heerst. Onjuist onderwijs doet hen zwalken Ef.4:14 , terwijl het ware onderricht hen in de genade bevestigt. De uitdrukking stelselmatigheid van de dwaling Ef.4:14 is een duidelijke beschrijving van de methoden om dwaling in stand te houden. Veel bewegingen die zeggen de Bijbel als basis te hebben, hebben hun misleiding zodanig in een systeem gegoten, dat ze op de Bijbel gebaseerd lijken te zijn. Zo hebben ze een schijn van waarheid. De volwassen gelovige zal daardoor niet misleid worden. De weg van het overtreffende De weg van het overtreffende is die van de liefde van God, zoals de apostel laat zien in 1 Korinthiërs 13 en Efeziërs 4:15,16. Dit wordt verder geïllustreerd door het menselijk lichaam, waar alle leden in liefdevolle 27 De wet, de vleeswording, Pinksteren, overgang. 26

sympathie met elkaar verbonden zijn door het hoofd. Christus is nu het Hoofd van het lichaam, en de gelovigen zijn de leden. Er is een vitale eenheid, die ons één maakt met Hem en met ieder ander lid. Alle ware groei en dienstwerk in de uitgeroepen gemeente vandaag heeft dit als basis. Het motief is liefde. De impulsen komen van het Hoofd. Het doel is de opbouw van het lichaam. In deze overdenking ontdekten wij dat de onthulling van het Efeze-geheimenis de komst van volwassenheid betekende. Onmondigheid overheerste eerst, zelfs in de paulinische gemeentes. Veel gaven zijn nu om die reden opgeheven. Slechts drie gingen dit huidige beheer van het geheimenis28 in. Leraren worden speciaal gegeven om de gelovigen te leiden tot erkenning dat zij de vroegere era’s met hun onvolwassenheid zijn ontgroeid, en nu volwassen zijn in Christus. Het is ons voorrecht om de weg van het overtreffende te bewandelen. Moge God zorgen dat velen die deze regels lezen, die weg bewandelen in bewuste waardering van hun voorrecht: volwassenheid. A.E.Knoch 28 Efeziërs 3:9 27

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
Home


You need flash player to view this online publication