25

‘Dus iedereen krijgt een keer zo’n leven, net zoals de Here Jezus?’ ‘Ja,’ zegt Naomi, ‘dat klopt Joas, alleen niet alle mensen tegelijk. Want de mensen die nu al geloven, komen het eerste aan de beurt.’ ‘O, dan boffen wij,’ zegt Sara. ‘Helemaal waar,’ zegt Naomi, ‘wij zijn enorme bofkonten, omdat God ons als eersten heeft uitgekozen. En we krijgen nog veel meer, allemaal rijkdom in de hemel.’ ‘Maar natuurlijk niet omdat we zelf zo goed zijn,’ zegt Benjamin, ‘want bij de genade krijg je …?’ ‘Ik weet het, papa,’ zegt Joas, ‘bij de genade krijg je iets voor niets en daar word je blij van.’ ‘Precies,’ zegt Benjamin, ‘en als je gelooft dat de Here Jezus gestorven is en opgestaan en leeft, dan heeft God daarvoor gezorgd.’ ‘Ik denk dat ik het helemaal snap,’ zegt Joas. ‘O ja, Joas?’ vraagt Benjamin. ‘Kun je dat uitleggen?’ ‘Nou Pietje, mijn parkietje, hebben we ook uitgekozen in de winkel, pap.’ ‘Dat is waar, Joas, en wilde je daar nog wat meer over vertellen?’ ‘Ja, want op dezelfde manier heeft God ons ook uitgekozen. En daarom zijn wij geluksvogels.’ ‘Wat een mooi voorbeeld, Joas. Je hebt er goed over nagedacht,’ zegt Benjamin. 23

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication