49

‘En kunt u dan ook goed slapen, pap?’ Benjamin knikt. ‘Ja, want dan is het niet meer zo onrustig mijn hoofd, Joas.’ ‘Wat is dat dan, papa? Onrustig in uw hoofd?’ ‘O, dat gebeurt als er een heleboel gedachten zijn. Dan denk ik: als er maar niet ‘dit’ gebeurt, of ‘dat’. Misschien herkennen jullie dat wel? En al die zorgen bij elkaar, maken je dan onrustig.’ ‘Natuurlijk kun je wel met mensen praten, als je jezelf zorgen maakt. Maar als je je zorgen aan God vertelt, dan helpt dat toch het beste,’ zegt Benjamin. ‘Ja papa? En waarom helpt dat dan het beste?’ vraagt Sara. ‘Omdat je de vrede die je van Hem krijgt, niet van mensen krijgen kunt.’ ‘O, dus die kun je alleen van God krijgen?’ ‘Inderdaad, want de vrede van God is heel bijzonder. Denken jullie maar aan een leger dat een kasteel beschermt. Een leger dat door níemand te verslaan is, zodat er geen vijanden kunnen binnenkomen. En zo beschermt God dan je hart en je gedachten.’ ‘Ik zou ook wel die vrede van God willen krijgen, papa,’ zegt Sara, ‘als ik mij zorgen maak over een repetitie.’ ‘Ik ook,’ zegt Joas, ‘want wij willen heel graag winnen met onze club en daar maak ik mij best wel zorgen over.’ 47

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication