63

2. Je mag zeker weten dat: A) alle mensen altijd van je zullen houden. B) er altijd Iemand is die van je houdt: God. 3. Als God ‘ergens doorheen prikt’ dan betekent dit: A) dat God met een speld in een ballon prikt. B) dat God weet of iets écht of nep is. 4. Kan God je helpen om jezelf of écht te zijn? A) Ja, want bij Hem ben je veilig en mag je komen zoals je bent. B) Nee en Hij wil dat je het zelf maar uitzoekt. 5. Wie kent je het beste? A) Je kent jezelf het beste. B) God, want Hij weet al wat je gaat zeggen, voordat je het bedacht hebt. 61

64 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication