49

gericht onmiddellijk op de daad. Nu is dat niet zo. In die tijd moest iedereen goed op zijn tellen passen; want zowel een persoonlijk als een nationaal gericht volgde op de voet. Gedurende de tocht door de woestijn was het relatief eenvoudig. De gehele natie als zodanig ging het beloofde land binnen. Maar van de mensen die uit Egypte vertrokken waren, kwamen -behalve Jozua en Kaleb- allen in de woestijn om als gevolg van het goddelijk gericht. Het kan niet vaak genoeg benadrukt worden, dat een groot verschil bestaat tussen wat individueel en wat nationaal is. In de wildernis bleef de natie Israël ongedeerd. Maar individuen, die Gods verontwaardiging op zich laadden, bereikten het beloofde land niet; ze kwamen onderweg om. Wij zien bovendien, dat God in de theocratie andere natiën als tuchtmiddel gebruikt om Zijn eigen volk te richten. Zodra Israël afvallig werd, wachtte Hij niet, maar stuurde hun buren erop af, om ze naar Hem terug te brengen. Dit geldt voor de natie, niet voor enkelingen. Toen Israël als natie ongehoorzaam werd, werd een aantal andere natiën gedwongen hen te vervolgen. God richt Zijn volk om hun bestwil; niet om hen kwaad aan te doen. In de theocratie schiep God twee speciale instellingen, waarvan één de wet25 was. Deze diende om de relatie tussen individuele mensen te regelen. Dat is in een natie nodig, zodat allen met elkaar overweg kunnen. Deze wet werd door God Zelf aan Israël gegeven en was dus een goddelijke wet. Deze is onvergelijkbaar. De wetten van 25 Hebreeuws is Thora, dat onderwijzing betekent. 50

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication