9

als andere natiën belooft. Hier zien we een nieuw begin van God in Zijn handelwijze met regering op de aarde. Tot hiertoe lezen we in de Schrift weinig over hoe Gods omgaan met natiën. Zij waren verstrooid, en Hij liet hen hun eigen wegen gaan Hand.14:16, tot ze rijp waren voor gericht. Toen werden zij vernietigd als Sodom en Gomorra en de Kanaänieten in het beloofde land. Toen God Zich echter tot Abram wendde, voorzag Hij in een bijzondere natie, waardoor Hij de aarde zal regeren. Het is opmerkelijk, dat deze natie, eerder aan Abraham toegezegd, niet een natie genoemd werd, zolang ze nog niet georganiseerd waren. In het eerste deel van Exodus wordt gesproken over het volk Israël Ex.1:9, dat met de Farao van doen had. Niet eerder dan bij de Sinaï spreekt Mozes tot God en zegt: Zij zijn Uw natie Ex.33:13. Toen had Mozes ze georganiseerd, toen zijn schoonvader bij hem kwam en ze een kleine regering hadden Ex.18. Dat is de eerste hint die we krijgen over de vervulling van de belofte aan Abraham. Zij waren nu een natie. Daarvoor waren zij een volk. Het is interessant, de grondbetekenis van beide woorden volk en natie in het Hebreeuws te leren kennen. We nemen het woord gui (de Joden zeggen vaak goi)4. De betekenis hiervan, zoals verderop gebruikt, is lichaam. Het gaat om het menselijk lichaam, een goed georganiseerde eenheid. Dat begrijpen wij, omdat wij dit woord ook zo kennen. Men spreekt ook van kerkelijke en wetgevende lichamen. Als contrast is het woord voor volk: om5 (meestal zegt 4 יוג in Hebreeuws; door interpunctie uitspraak: goj (is gui) 5 מע (Hebreeuws), door interpunctie uitspraak: am (is om) 10

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication