15

zusters tot opbouw, bemoediging en troost. Wie zo werd begenadigd, moest erop toezien, dat ook anderen werden opgebouwd door te danken in gebed 1Kor.12:4,11;14:2-4,16,17 . In Efeziërs is de situatie heel anders. Het openingsgebed begint met de woorden: Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus …Ef.1:3 . Vervolgens noemt Paulus de genadegeschenken voor ons, nu. Gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van de ophemelsen. Uitgekozen in Hem vóór de nederwerping van de wereld (voordat de zonde kwam). Tevoren bestemd tot mondigheid, volwassenheid, zoonschap. Maar wij zijn hiermee niet tot ónze opbouw begenadigd, maar tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade Ef.1:6. Wij horen het woord van de waarheid, het evangelie van onze redding, geloven het en zijn verzegeld met de geest van de belofte, de heilige (als waarborg voor ons ophemels lotdeel). Dat alles heeft een hoger doel dan opbouw en dat is … de lofprijs van Zijn heerlijkheid Ef.1:14 . Onze toekomst is: de bediening om in de komende eonen te midden van de ophemels(en) Gods alles overstijgende rijkdom van genade tentoon te spreiden Ef.2:6. Dan is het God, Die alles bewerkt naar de raad van Zijn wil Ef.1:11,12. Maar, alles wat gebeurt valt onder die voor ons troostende en versterkende uitspraak. Toch zegt Hij ons dit in Zijn woord niet, opdat wij er ons alleen door laten opbouwen, maar opdat wij zijn tot lofprijs van Zijn heerlijkheid. 17

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication