33

Deze aansporing herinnert ons steeds opnieuw aan alles, wat de reden van onze blijdschap is. Laten wij nog meer en nog grondiger studeren, zoals God ons heeft laten zien door de verhoogde Christus via Paulus en de geroepen leraren na hem. Wij voeden ons dagelijks met de woorden van het geloof en de uitstekende leer. Dit vervult onze geest steeds meer met ophemelse welzijn. We leven dan in geestelijke verwachting van het lotdeel dat ons later in Gods aanwezigheid zal toebehoren. Wanneer een schepsel van God zich verheugt, is dat een reden tot grote vreugde. Want wij zijn de ontvangers van een alles overstijgende genade, en God houdt voor ons alle denkbare zegen te midden van de ophemelsen gereed. Niemand is daarvan uitgesloten die het woord van de waarheid, het evangelie van onze redding (zoals Romeinen zegt) hoort en gelooft Ef.1:3,7,17. Het is niet langer een geheim. Dat was het eens, voordat Christus Jezus dit aan de Efeziërs liet opschrijven. Sindsdien geldt alle genade en alle zegen voor ieder die mag geloven, dat Christus voor ons stierf, toen wij nog zondaren waren. Wij zijn in Zijn bloed gerechtvaardigd en worden door Hem gered voor Gods verontwaardiging Rom.5:8,9 Gerechtvaardigd nu uit geloof, mogen wij met God vrede hebben door onze Heer Jezus Christus, door wie wij ook in het geloof de toegang in deze genade hebben, waarin wij staan, zodat wij ons in verwachting van de heerlijkheid van God mogen roemen Rom.5:1,2 35

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication