De boeken van de Koningen en de Kronieken beschrijven de geschiedenis van de Davidische dynastie. Hun verhaal ondersteunt de kritiek van de zoon van Sirach:19 "Behalve David en Hizkia en Josia hebben allen overtredingen begaan: de koningen van Juda faalden" Ecclus. 49:4 20. We hebben gezien dat de nazaten van David gestraft zouden worden voor ongerechtigheid "met de roede van de mensen, met de slagen van de zonen van de mensheid" 2Sam.7:14 . Anders gezegd: getroffen met rampen veroorzaakt door mensen. Een lange reeks van zulke disciplinaire maatregelen bleek onvoldoende heilzame effecten te hebben 1Kon.11:11,12; 2Kron.12:2; 16:9; 21:10,16; 24:24; 28:5,6,9; 33:11 . Daarom leverde Hij hen over in de handen van de Chaldeeën. Maar op het moment dat Zedekia afgezet en in boeien naar Babylon werd gevoerd, werd de onaantastbaarheid van de belofte plechtig herhaald: En jij, ontwijde, slechte vorst van Israël, wiens dag komt in de era van de climax van de ontaarding, Zo zegt mijn Heer Jahweh: 19 Met andere woorden, de kritiek van de auteur van het boek met deze titel, dat tegenwoordig bekend staat als Ecclusiasticus (vanuit de Vulgata). Dit werk is een van de vroegste deuterocanonieke of apocriefe boeken. Het lijkt erop dat de oorspronkelijke titel, volgens het nawoord in de Hebreeuwse tekst, “Wijsheid … van de zoon van Sirach” was. Het is een opmerkelijk voorbeeld van de Hebreeuwse Chokmah- [Wijsheids] literatuur. Voor een groot deel gemodelleerd naar Spreuken, houdt het zich bezig met ethische uitersten en volksspreuken, uitdrukkingen van lof en klaagzang, naast observaties over het Joodse leven en religieuze zeden in de tweede eeuw v.Chr. 20 In Ecclus.49:4 (Ecclesiasticus) wordt verwezen naar het falen van de koningen van Juda, met uitzondering van David, Hizkia en Josia, die trouw bleven aan God. 26
26 Online Touch Home