28

wordt berispt. De boodschapper beveelt degenen die voor hem staan (voor Jozua - de priesters en Levieten) om de vuile kleren van hem af te nemen, terwijl hij tegen hem zegt: Ik laat uw ongerechtigheid van u wijken Zach.3:4 . Daarna wordt Jozua gekleed in rijke gewaden, en de boodschapper verzekert hem dat hij en de Levieten (die voor hem staan) verantwoordelijkheid zullen krijgen over de hof van het huis Zach.3:7 . Maar hoe zit het met de verzoening? Terwijl de visie vervaagt, klinkt er een stem Hoor, bid ik, Jozua, de hogepriester, u en uw metgezellen die voor u zitten, want zij zijn mannen van een wonder, want zie, Ik breng Mijn dienaar, de Spruit. Want zie de steen die Ik voor Jozua neerleg; op één steen zijn zeven facetten. Zie, Ik graveer zijn gravering, spreekt Jahweh van de menigten22, en Ik verwijder alle verdorvenheid van dat land in één dag Zach.3:8,9 De steen herinnert ons aan de twee stenen, gegraveerd met de namen van de zonen van Israël. Zij werden op de schouders van de hogepriester gezet. Om de verwijdering van alle verdeeldheid of verschil tussen de stammen of tussen hen en Jahweh te symboliseren, hebben we hier slechts één steen. Deze steen heeft zeven “ogen” of “vonken” of facetten, want zeven is tevredenheid, zoals dat in het Hebreeuws betekent. Bovendien hadden mensen de stenen gegraveerd die Aäron droeg, maar nu zal Jahweh Zelf hun namen graveren, zodat ze altijd voor Hem zullen zijn, en Zijn kracht zal hen in Zijn aanwezigheid bewaren. 22 Jahweh Zebaoth; ook als Jahweh van de legermachten vertaald. 29

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication