19

5. Geen ‘oorlog naar het vlees’ … ja, ik smeek dat als ik aanwezig ben ik niet moedig hoef te zijn met het vertrouwen dat ik reken te moeten durven tegen wie ons aanrekenen dat we naar het vlees zouden wandelen. Want, wandelend in het vlees, voeren wij geen oorlog naar het vlees 2Cor.10:2-3 NCV Paulus smeekte de Corinthiërs niet vrijmoedig te moeten optreden, dat zou misschien te zwaar zijn. Want, wandelend in het vlees … Dat geldt ieder mens, ook ons als gelovigen. Wij wandelen wel in het vlees, maar het is te hopen dat wij niet wandelen naar het vlees. Wij voeren geen strijd, geen oorlog, zegt Paulus, naar het vlees. Het woord dat hier staat voor ‘strijd’ is letterlijk ‘oorlog’. Oorlog voeren … ‘Maar, wacht even’, zou je denken, ‘je zegt: “Vanuit God is het vrede” en nu heb je het over oorlog. Hoe kan dat nou?’ Dat is omdat er een onzichtbare tegenwerker is. Het is geen ‘oorlog voeren’ zoals de kruistochten duizend jaar geleden. Zo niet. We voeren die oorlog niet. Paulus voerde een andere oorlog, met geestelijke wapens, met een geestelijke wapenrusting. Hij voerde oorlog in verband met de tegenstander, die volgens de Efeze de vorst van het volmachtsgebied van de lucht is. In de lucht zit heel wat tegenstand, om het zo maar te zeggen, maar die kunnen wij niet zien. De tegenstander is letterlijk: de god van deze eon (dit tijdperk). Dat is, als je het zo bekijkt, een formidabele tegenstander. Slechts één manier om je te wapenen: de wapenrusting uit Efeziërs 6. 23

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication