26

8. Tot opbouw En blijven we niet bij wat we horen, want Paulus schrijft: Bekijken jullie de dingen overeenkomstig het uiterlijk? Indien iemand meent (in zichzelf overtuigd) van Christus te zijn, laat hij weer met dit rekenen voor zichzelf, dat zoals hij van Christus is, zo ook wij 2Cor.10:7 NCV De Corinthiërs keken naar het aangezicht, de buitenkant. Ze waren geestelijk niet volwassen genoeg in hun geloof om erdoor te kijken. Paulus sprak in 1 Corinthiërs 2 en 3 over ‘zielse mensen’. Hij sprak: Jullie zijn nog vleselijk, want jullie zijn verdeeld. Jullie hebben groepjes. Het ene groepje is zus en het andere zo. Dan ben je vleselijk bezig. Zo waren die Corinthiërs bezig en vanuit die vleselijke houding, gezindheid, keken ze alleen naar de buitenkant. Dan zegt Paulus: Indien iemand meent in zichzelf overtuigd van Christus te zijn … Mogelijk waren dit woordvoerders van dit groepje: Ja, maar wij zijn van Christus. Nou, zegt Paulus, laat diegene voor zichzelf hiermee rekenen: dat zoals die van Christus is, zo ook wij. De Corinthiërs waren alleen uit op uiterlijke ‘eenheid’: wij horen bij dát groepje en wij zijn ‘de beste’. Paulus wees hen op de ware eenheid. De werkelijke eenheid is, dat alle leden van het lichaam van Christus aan elkaar gegeven zijn en dat is één. Die geestelijke eenheid zouden wij bewaren (niet maken, Efeziërs 4:3). We zijn allemaal aan elkaar gegeven als leden van het lichaam van Christus en dat is een geestelijke eenheid, want wij hebben allemaal 31

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication