INLEIDEND Dit Bijbelgedeelte uit de tweede Corinthe-brief is een gedeelte uit een lange brief van de apostel Paulus. Hij schreef twee uitvoerige brieven aan de Corinthiërs. Met hen had hij nogal wat te stellen, om het zo maar te zeggen. Dat blijkt ook uit dit gedeelte. De apostel gaat in op kritiek. Het is goed om daar stil bij te staan: hoe zij zich opstelden en wat aan de hand was in die gemeente. Men riep: Ik ben van Paulus. Een ander: Ik ben van Apollos. Nog een ander: Ik ben van Kefas1. En weer een ander: Ik ben van Christus. Die verdeeldheid was ontkenning van de geestelijke eenheid. Daar spreekt de apostel over in 1 Corinthiërs 12. Hij benadrukt niet voor niets dat het één lichaam is met één geest. Als je 2 Corinthiërs gaat bekijken, dan zie je structuur. Het mooie van de indeling is, dat verzoening centraal staat. Paulus maakt in deze brief de verzoening bekend; dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoende. Die proclamatie: de verkondiging van verzoening, en van vrede, is hét geluid. Dát is de boodschap die vanuit God in deze tijd klinkt of ‘zou klinken’. Het wordt niet overal gehoord. Veel mensen denken dat God boos is, vanuit geloofsopvoeding of de richting waar ze uit komen. Ze denken dat ze ‘heel goed hun best moeten doen’ om die boosheid van God weg te nemen, of dat ‘zij iets moeten doen om bij God te kunnen komen’. 11
8 Online Touch Home