21

3.4 Veeleisende jaloezie De eis om uitstekende werken te doen is geen geringe. Een belangrijke consequentie daarvan is dat opzettelijke zonden zwaar worden aangerekend en, precies zoals Jahweh dat in de wet voorschrijft, met de dood worden bekocht. Voor wie een opzettelijke zonde begaat, wacht niet het koninkrijk, maar “een zekere vreselijke verwachting van oordeel en jaloezie van vuur dat zich opmaakt om de tegenstanders te eten”.38 Dat is geheel anders voor degenen die onder de regering der genade vallen: dan kan geen zonde zo groot zijn of de genade is haar al ruimschoots te boven gegaan.39 Toch blijken gelovigen het vaak moeilijk te hebben met de enorme ruimte die Gods genade hen letterlijk en figuurlijk biedt. In die ruimte is geen plaats voor eigen werken en allerlei voorwaarden. Maar of wij daarin nu sterk of zwak zijn - God heeft ons aanvaard en zo behoren wij ook elkaar te aanvaarden. Van leden van het Lichaam van Christus verwacht Paulus niet dat zij elkaar met allerlei voorschriften om de oren slaan, maar stelt daartegenover: “laat ieder in zijn eigen denken ten volle verzekerd zijn”.40 ______________________ 38 Hebreeën 10:27 en Numeri 15:30-31 39 Romeinen 5:20 - 6:1; geen “goedkope” genade! 40 Romeinen 14:5 (AED-CV) 23

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication