1. Zijn “jaloers” en “jaloezie” de juiste vertaalwoorden? In de gangbare Bijbelvertalingen is zêlos niet alleen met “jaloers” en “jaloezie” vertaald, maar ook met: “vuur”, “gloed”, “ijver”, “ijverzucht”, “hartstocht”. Wie deze vertalingen echter aan de Griekse tekst toetst, zal ontdekken dat deze woorden doorgaans vertalingen zijn van het Hebreeuwse woorden QaNÁ en QiNÁE en van de Griekse woorden zêloô en phthoneô.1 Waar u in deze uitgave de cursieve letters “jaloers zijn” of “jaloezie” tegenkomt, staat in de Hebreeuwse Schrift QaNÁ of QiNÁE en in de Griekse Schrift zêloô of zêlos. De Schrift refereert bij deze woorden aan een menselijke gemoedsbeweging inclusief de uitwerking daarvan en niet aan de uitwerking afzonderlijk (zoals bij “vuur”, “gloed”, “ijver”, “ijverzucht” of “hartstocht”). Omdat de Griekse woorden phthoneô en phthonos op een intense vorm van jaloezie slaan, heb ik daarvoor, eveneens in cursieve letters, als vertaalwoorden “benijden” en “nijd” gebruikt. In de Hebreeuwse Schrift is dat onderscheid qua woordgebruik niet zo uitdrukkelijk gemaakt. Daar bepaalt de context of er sprake is van een hevige jaloezie zoals nijd. ______________________ 1 Hebreeuwse en Griekse lettertekens zijn weergegeven zoals in publicaties van het Concordant Publishing Concern gebruikelijk is. 9
8 Online Touch Home