17

de geest van God daarvan gesproken: Mijn hart is als was, het is gesmolten diep in mijn binnenste, mijn kracht is verdroogd als een potscherf, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte. U legt mij in het stof van de dood Psa.22:16. Jezus zei, opdat de Schrift volkomen vervuld zou zijn: Ik heb dorst Joh.19:28. De Schrift zegt: In Mijn dorst hebben ze Mij zure wijn laten drinken Psa.69:22. Omdat bij de plaats van terechtstelling een vat met azijn (edik) stond, stak iemand een in azijn gestoken spons op een stok en hield die aan Zijn mond. Jezus’ zesde uitspraak Toen Jezus de azijn genomen had, riep Hij uit: Het is volbracht! Joh.19:39. Over Zijn doop in het lijden zei de Heer: Maar Ik moet met een doop gedoopt worden, en hoe beklemt het Mij, totdat het volbracht is Luc.12:50, hSV. Nu was het voleindigd, en daarmee was alles volbracht wat nodig was om de zonde en de dood en al haar gevolgen uit het al te verbannen en allen en alles naar heerlijkheid te leiden. Zo verheerlijkte Christus Zijn God en Vader, zoals Hij ook gebeden had: Ik heb U op aarde verheerlijkt het werk volbracht, dat U aan Mij gegeven hebt, opdat Ik het zou doen Joh.17:4. Het was echt Zijn voedsel, Zijn vervulling, om de wil te doen van Hem, die Hem gezonden had, en Zijn werk te volbrengen Joh.4:34.. Christus was al voor de nederwerping van de wereld – toen de aarde tohu va bohu (woest en leeg) werd Gen.1:2 – als het onberispelijke Paaslam, als het ware Offerlam, tevoren gekend 1Pe.1:19,20. Vanaf de nederwerping van de wereld zag God Hem als geslacht Op.13:8. Toen Hij in de wereld kwam, had Hij gezegd: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God! Heb.10:9. Deze 18

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication