22

Hierover schreef broeder A.E. Knoch in Unausforschlicher Reichtum 13, 1944, blz. 152: ‘Hoe tegenstrijdig het ook lijkt, de meeste vrienden van Christus zijn toch vijanden van Zijn kruis. Zij zijn bereid om zich van hun zonden en boosheden te laten afscheiden en Hem als Redder aan te nemen. Maar zij willen niet van hun persoonlijke voorkeuren of kwaliteiten afzien en alleen in Hem gevonden worden. Zij erkennen niet, dat de manier waarop de dood van Christus tot stand kwam, een einde maakt aan al wat de religieuze mens in zichzelf is. Zij wensen nog iemand te zijn en dit maakt hen vijandig gezind tegen het kruis van Christus. Hun houding vermomt zich in diverse, prachtig klinkende benamingen, die een verborgen hoogmoed op hun afkomst of karakter onthullen. Of ze onderstrepen hun prestaties naar het vlees. Dit alles verzet zich tegen het kruis.’ Het kruis heeft met het vlees korte metten gemaakt. Het woord van het kruis zegt immers, dat de oude mens mede gekruisigd is, volkomen afgedaan heeft. Het kan niets van zichzelf tot redding bijdragen. Wie meent, dat God tevreden mag zijn met hem, omdat hij alle christelijke plichten vervuld heeft, slaat de genade in het gezicht. Zelfs eigen inspanningen zijn door de genade bewerkt 1Cor.15:10. Ook de vrucht die wij voortbrengen is niet uit ons, maar van de geest van onze Heer Gal.5:22. Christus wordt alleen gewonnen in die mate waarin men de eigen ‘voortreffelijke eigenschappen en prestaties’ uitschakelt, erkennend, dat die aan het kruis allang smadelijk werden weggedaan. Wie nu niet al het eigen ... in de dood geeft – er is toch niets uit ons, maar alles is 23

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication