44

sabbat" (Marcus 16:9); • "op één (mia) van de sabbatten echter, zéér vroeg" (Lucas 24:1); • "op één (mia) van de sabbatten echter ... 's morgens terwijl het nog duister was" (Johannes 20:1); • "Toen het dan avond was op die dag, die één (mia) van de sabbatten was, ..." – het moment waarop Jezus na Zijn opstanding aan de discipelen verscheen (Johannes 20:19). Let op het Griekse hoofdtelwoord mia, "één", waarmee een sabbat nummer één bedoeld wordt. Helaas hebben de gangbare Bijbelvertalingen het woord mia op de zojuist aangehaalde vindplaatsen met “eerste” vertaald en aldus opgevat als “eerste dag” van de week. In overeenkomstige constructies hebben zij mia echter wél met het telwoord één vertaald (zie Mattheüs 5:19, Marcus 14:66 en Lucas 5:12). 29 Deze inconsequentie kan slechts één oorzaak hebben: Schriftinleg! De kerkelijke en historisch gezien antisemitische leer over de zondag moest in de Bijbelvertaling kennelijk voorrang hebben boven een Schriftgetrouwe (concordante) vertaling van het Grieks. Wanneer wij de aangehaalde teksten onbevangen en nauwkeurig lezen, is maar één conclusie mogelijk: op de grote sabbat van de vijftiende Nisan volgde een gewone sabbat die nummer één was van een aantal sabbatten. Hoe 29 Daarnaast kan de vertaling van mia als “eerste” ook als apert onjuist gekwalificeerd worden, omdat die vertaling slechts past bij het Griekse woord prôtos (zie Lucas 14:18 en Handelingen 12:10). 47

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication